Vast staat dat [eiser] te laat is geweest met zijn verlofaanvraag voor de meivakantie – 3 mei tot en met 14 mei 2010 -.
[eiser] heeft in december 2009 reeds een vakantie naar Spanje geboekt, maar wacht tot medio april 2010 – dus kort voor de geplande vakantie – met het indienen van een verlofaanvraag. [eiser] wordt door zijn leidinggevende [leidinggevende] gewezen op het feit dat zijn verlofaanvraag niet kan worden gehonoreerd, nu deze aanvraag indruist tegen de bedrijfspolicy. Een verlof dan wel vakantie van meer dan vijf dagen moet twee maanden voordien worden aangevraagd en daarnaast moeten steeds twee van de vier verhuurmakelaars aanwezig zijn. Aan beide voorwaarden wordt niet voldaan.

Direct Wonen had naar het oordeel van de kantonrechter rekening moeten houden met de niet te verwaarlozen kans dat [eiser] alsnog gedurende de tussenliggende periode van 29 april 2010 tot 3 mei 2010 tot inkeer zou komen en van zijn eerdere voornemen om zonder toestemming te vertrekken had afgezien. Het is immers niet ondenkbaar dat [eiser] – mogelijk na overleg met zijn achterban – tot andere inzichten zou komen danwel dat hij alsnog zèlf voor een acceptabele oplossing zou zorgen.

4.10. Uit het vorenstaande volgt dat Direct Wonen met het geven van het ontslag op staande voet op 29 april 2010 prematuur heeft gehandeld. Zij had eenvoudig weg de datum van 3 mei 2010 moeten afwachten alvorens [eiser] op staande voet te ontslaan. Zij bevestigt het ontslag op staande voet weliswaar bij schrijven van 3 mei 2010, maar zij houdt daarbij vast aan een ontslag per 29 april 2010.

4.11 Daar doet voorts niet aan af het gegeven dat [eiser] de in zijn bezit zijnde bedrijfseigendommen heeft ingeleverd. [eiser] heeft ter zitting gesteld dat hij dit heeft gedaan in overleg met [leidinggevende] teneinde Direct Wonen voor enige schade te behoeden. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit deze handelwijze van [eiser] niet worden afgeleid dat hij heeft ingestemd met een ontslag op staande voet.

4.12. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vordering van [eiser] aan hem moet worden toegewezen. De kantonrechter zal de gevorderde wettelijke verhoging vast stellen op 10% van de gevorderde bedragen. Aan de door [eiser] gevorderde dwangsom zal de kantonrechter een maximum verbinden van EUR 10.000,00.

4.13. Aan de vordering tot wedertewerkstelling zal de kantonrechter een termijn verbinden van drie dagen, teneinde Direct Wonen de mogelijkheid te bieden de terugkeer van [eiser] binnen haar organisatie op adequate wijze voor te bereiden.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BN3623