Komt huurder een opschortingsrecht met betrekking tot de betaling van de huurpenningen toe nu verhuurder weigert mee te werken aan ongelimiteerde inschrijving van onderhuurders bij de GBA en vanwege onderhoudsgebreken aan het gehuurde pand?
De kantonrechter is van oordeel dat uit artikel 1.2 in samenhang met artikel 10 van de huurovereenkomst niet valt af te leiden dat de verhuurder gehouden is mee te werken aan een ongelimiteerde inschrijving bij de GBA. Uit deze artikelen valt immers alleen af te leiden dat er maximaal vijf personen mogen wonen, die zich dienen in te schrijven bij de GBA.
Ook uit de strekking van de huurovereenkomst valt geen medewerking van de verhuurder aan een ongelimiteerde inschrijving bij de GBA af te leiden. Daarbij is van belang dat de wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: wet GBA) beoogt de inschrijving bij de GBA te doen overeenstemmen met de feitelijke situatie.
Voor zover tijdens de mondelinge behandeling door CWN kenbaar is gemaakt dat zij van een opschortingsrecht gebruik wilde maken vanwege een drietal genoemde onderhoudsgebreken geldt het volgende. Opschorting van huurbetalingen in verband met onderhoudsgebreken is alleen aan de orde wanneer (onder)huurders in hun woongenot zijn geschaad. Daarvan is niet gebleken, nu immers niet concreet door CWN is onderbouwd welke hinder de onderhuurders hebben ondervonden in hun woongenot. De bij de conclusie van antwoord in reconventie overgelegde verklaringen zijn onvoldoende specifiek om een concrete hinder in het woongenot van de onderhuurders af te leiden. De kantonrechter betrekt daarbij tevens dat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de onderhuurders de volledige huurpenningen aan CWN hebben voldaan.
Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BN4766