Verzoek ex artikel 7:230a BW. Tussen partijen is in geschil of de tussen Kuwait en de rechtsvoorganger van verweerder gesloten overeenkomst als huurovereenkomst dient te worden aangemerkt of als gebruiksovereenkomst. Ook is in geschil of sprake is van bebouwd of onbebouwd onroerend goed en of een onbemand tankstation kan worden aangemerkt als 290-bedrijfsruimte.

Partijen zijn naast een 10-jarige huurovereenkomst voor de ondergrond van een onbemand benzinestation, een financiële regeling overeen gekomen waarbij de schuld van de rechtsvoorganger in een keer werd afgelost en Kuwait de exploitatie van het benzinestation overnam gedurende die 10 jaar.

De kantonrechter oordeelt dat partijen voor ogen heeft gestaan een huurovereenkomst te sluiten en dat de omstandigheid dat partijen daarmee tevens beoogden hun financiële verwikkelingen op te lossen, daar op zichzelf niet aan af doet. Er is voldaan aan de essentialia van huur.

De kantonrechter oordeelt verder dat partijen met de overeenkomst hebben beoogd de ondergrond van het tankstation inclusief ondergrondse en bovengrondse installaties aan Kuwait te verhuren, zodat er sprake is van de verhuur van een bebouwd onroerend goed.

Daaraan doet niet af dat afgesproken is de installaties aan Kuwait in eigendom over te dragen, omdat aannemelijk is gemaakt dat partijen nimmer de intentie hebben gehad om daadwerkelijk de eigendom aan Kuwait over te dragen. De bedoeling van partijen was om tussen hen duidelijk te maken dat het onderhoud en het risico van de gehele installatie op Kuwait zou overgaan.

Met het kwijtschelden van de lening heeft Kuwait de huurprijs van de installaties in een keer betaald. Dit is toelaatbaar en doet geen afbreuk aan de inhoud en strekking van de huurovereenkomst. Lees meer

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat huurrecht Particulier

Huis Advocaat huurrecht Zakelijk