X heeft begin 2000 aan zijn vriend Y ƒ 1.000.000,- overgemaakt, op grond van een afspraak tussen beiden dat Y voor dat bedrag aandelen zou kopen in N.V. Ebcon Holding – waarvan Y al (minderheids)aandeelhouder was – en die aandelen vervolgens voor X zou houden. Y heeft het bedrag doorgestort naar Ebcon en vervolgens aan X geschreven dat hij de aandelen voor hem zou vasthouden. In werkelijkheid zijn er echter geen aandelen uitgegeven, en Ebcon is in juli 2001 failliet gegaan. Moet Y het door X betaalde bedrag terugbetalen?
Het hof: ja, want er was een – rechtens bindende – overeenkomst tussen X en Y, in de nakoming waarvan Y is tekortgeschoten. Dus was X bevoegd die overeenkomst te ontbinden en heeft hij recht op terugbetaling van ƒ 1.000.000,-. Dat Y voor zijn bemoeienis geen vergoeding van X heeft bedongen en heeft bedoeld (slechts) een “vriendendienst” te verrichten, pleit hem niet vrij: hij had – op grond van de gemaakte afspraak – zich de belangen van X moeten aantrekken en dit heeft Y niet voldoende gedaan.
Bron: www.rechtennieuws.nl, woensdag 1 oktober 2008