De Nederlandse Staat hoeft geen vergoeding te betalen voor ontstane schade bij de Grolschfabriek in Enschede door de vuurwerkramp. Het Gerechtshof ‘s-Gravenhage heeft op 30 september in hoger beroep de schadevergoedingsclaim van de verzekeringsmaatschappijen van de Grolschfabriek tegen de Nederlandse Staat afgewezen.
De verzekeringsmaatschappijen stelden de Staat in een civiele procedure aansprakelijk voor schade aan de fabriek van Grolsch die ontstaan was als gevolg van de vuurwerkramp van 13 mei 2000 op het terrein van S.E. Fireworks. Volgens de verzekeringsmaatschappijen had de Staat vóór de ramp effectieve maatregelen moeten nemen tegen de dreiging van een massa-explosie bij de vuurwerkopslag. De verzekeringsmaatschappijen waren bovendien van mening dat de Staat wist dat er explosiegevaar was.

Het onderzoek van de commissie Oosting naar de vuurwerkramp wees uit dat deze ramp zich niet zou hebben voorgedaan als er uitsluitend vuurwerk met de juiste, lichte gevarenclassificatie in een veilige verpakking op het terrein aanwezig was geweest. S.E. Fireworks had alleen voor dit type vuurwerk een vergunning. Op het terrein van dit bedrijf waren in strijd met de vergunningen echter ook massa-explosieve stoffen aanwezig.

Het gerechtshof vindt het niet aannemelijk dat de Staat op de hoogte was van het massa-explosiegevaar. De regelgeving over de wijze van opslag van vuurwerk door de overheid is op wetenschappelijke veiligheidsonderzoeken gebaseerd. De Staat had geen aanwijzingen dat S.E. Fireworks zich niet aan de veiligheidsvoorschriften hield. Daarnaast wist de Staat niet, en kon ook niet weten, dat op het terrein toch zwaar geclassificeerd vuurwerk aanwezig was.

De verzekeraars voerden in de procedure nog aan dat de Staat moest weten dat ook licht geclassificeerd vuurwerk massa-explosief kon zijn, omdat in het buitenland moedwillig lichte classificaties op zwaar vuurwerk zouden worden gezet. Het hof constateerde echter dat geen van de TNO-onderzoeken die de Staat had laten doen, onder meer om classificaties op de etiketten te controleren, hadden uitgewezen dat vuurwerk daadwerkelijk te licht werd geclassificeerd.

De rechtbank had de vordering van de verzekeringsmaatschappijen op 9 november 2005 ook al afgewezen.

Bron: www.rechtennieuws.nl, woensdag 1 oktober 2008