Huurder exploiteert een winkel in het winkelcentrum Makado-Center te Alblasserdam. Sinds 2003 heeft hij in de openbare ruimte een kooi met papegaai geplaatst. Na de renovatie in het winkelcentrum hebben partijen een nieuwe huurovereenkomst getekend. In de huurovereenkomst is onder andere bepaald dat uitstallingen in de openbare ruimte, buiten 1 meter van de gevel van een winkel, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de verhuurder niet zijn toegestaan. Eiseres vordert thans verwijdering van de kooi met papegaai. In geschil is of de kooi met papegaai onder het begrip uitstalling valt. De kantonrechter is van oordeel dat gelet op het esthetische doel dat werd beoogd met de renovatie en de vervolgens in gang gezette renovatie huurder niet kan volhouden dat met uitstalling enkel is gedoeld op commerciële uitstallingen of dat geen sprake is van gewijzigde omstandigheden ten aanzien van het gedoogbeleid. Het had huurder redelijkerwijs duidelijk kunnen en moeten zijn dat het eiseres ter verbetering van de uitstraling van het winkelcentrum en – zo begrijpt de kantonrechter althans- met het oog op het aantrekkelijk maken van het winkelcentrum voor het winkelend publiek te doen was om beleid te scheppen met betrekking tot alle voorwerpen (commercieel en niet-commercieel) die her en der in het winkelcentrum waren gestald. Bovendien valt met name in artikel 2 van het huishoudelijk reglement de door huurder bepleite restrictieve uitleg van het begrip uitstalling niet in te lezen. Artikel 2 van het huishoudelijk reglement heeft het immers in eerste instantie over een niet limitatieve opsomming zoals uitstallingen, displays, sandwichborden etc. en heeft het vervolgens over kiddy riders/automaten. Deze laatstgenoemde apparaten zijn niet bedoeld als commerciële uitdraging van in een winkel aangeboden waren, maar veeleer bedoeld om winkelend publiek, met name kinderen, in algemene zin te trekken.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BW0719