Een bestuurder van een auto met buitenlands kenteken hoeft geen motorrijtuigenbelasting te betalen als hij in de periode waarover wordt geheven, slechts gedeeltelijk gebruik heeft gemaakt van de Nederlandse openbare weg. Deze heffing is strijdig met het Europees recht, vooral omdat er volgens de Nederlandse wet geen recht en mogelijkheid bestaat op teruggaaf, aldus het gerechtshof 's-Hertogenbosch.
De zaak

Een Nederlander huurde van 2 april tot en met 21 december 2009 in Duitsland een personenauto met Duits kenteken. Met deze personenauto maakte hij gebruik van de openbare weg in Nederland. De belastinginspecteur stuurde hem vervolgens een naheffing motorrijtuigenbelasting over de periode 2 oktober 2009 tot en met 21 december 2009. De autohuurder tekende hiertegen bezwaar (en daarna beroep aan), omdat hij niet dagelijks van de Nederlands weg gebruik maakte. De rechtbank Breda stelde op 4 juli 2011 de autohuurder in het gelijk, zij het op andere gronden dan het hof nu doet.
Hoge Raad

De Hoge Raad deed op 2 maart 2012 uitspraak in een andere, soortgelijke zaak (LJN BP3858). Hierin redeneert het hoogste Nederlands rechtscollege dat er volgens de Nederlandse wet wel recht op teruggaaf bestaat en de heffing daarom niet in strijd is met het Europese recht.

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit