Nu het klaagschrift eerst op 26 januari 2009 ter griffie van de kamer is binnengekomen, dat wil zeggen ruim meer dan drie jaar na het plaatsvinden van de verweten gedragingen, heeft de kamer klaagster terecht in dit klachtonderdeel niet ontvankelijk verklaard. Uit de e-mail van de notaris blijkt niet dat de notaris heeft geweigerd om in te gaan op het verzoek van de raadsman van klaagster, maar dat hij heeft laten weten eerst geïnformeerd te willen worden over de te bespreken punten. Onweersproken is dat de op de koopovereenkomst aangebrachte wijzigingen in het handschrift van de notaris zijn aangebracht. Hieruit volgt dat vaststaat dat de notaris de totstandkoming van de definitieve koopovereenkomst heeft bewerkstelligd. Volgens klaagster heeft de notaris ten onrechte verklaard dat hij bij het tekenen van de koopovereenkomst aanwezig is geweest. Volgens de notaris heeft hij de koopovereenkomst echter met P. Jurriëns besproken, toegelicht, en waar nodig met de hand wijzigingen en aanvullingen aangebracht. Vervolgens heeft hij de koopovereenkomst in het bijzijn van partijen getekend, aldus de notaris. Nu klaagster haar stellingen met betrekking tot dit punt niet nader heeft onderbouwd, is ook dit punt van het eerste klachtonderdeel ongegrond.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BQ7852