Vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten over huurtermijnen die door huurders te laat voldaan zijn. Gebleken is dat huurders soms niet de huur binnen dezelfde maand betalen, maar zij zel binnen hooguit drie maanden betalen. Kantonrechter is van oordeel dat het bij een dergelijk betalingsgedrag onnodig is om de vorderingen uit te besteden in plaats van ze in eigen beheer te houden. Ook is niet gebleken dat er substantiele werkzaamheden zijn verricht ter incassering van de huurpenningen buiten rechte. Vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen. Rente is wel toewijsbaar.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BG1790