Voorlopige voorziening, art. 287 lid 4 Fw. Geen enkele poging ondernomen om met de schuldeisers tot een minnelijke regeling te komen, derhalve niet voldaan aan het wettelijke vereiste dat de schuldenaar tevergeefs pogingen moet hebben gedaan om met zijn schuldeisers tot een vergelijk te komen. Bij het verzoek om toelating is wel een met redenen omklede verklaring gevoegd dat er geen mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen; naar voorlopig oordeel moet het er echter voor worden gehouden dat verzoekers die onmogelijkheid aan zichzelf te wijten hebben.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BM3716