Bij gebreke van een overeengekomen of vastgestelde termijn van een onderhoudsbijdrage geldt niet automatisch recht op een bijdrage gedurende de maximale termijn van twaalf jaar. Het hof houdt bij de beoordeling van de aanvullende behoefte van de vrouw, die studeerde op het moment dat partijen uit elkaar gingen en thans nog studeert, rekening met studievertraging als gevolg van de echtscheiding tot een bepaalde datum. De na die datum opgelopen studievertraging komt voor rekening en risico van de vrouw, zodat het enkele feit dat de vrouw op dat moment haar studie nog niet had afgerond niet maakt dat van de vrouw niet kon worden verwacht in haar eigen levensonderhoud te voorzien.

Bron: Rechtspraak.nl – ECLI:NL:GHSHE:2014:542