De vrouw woont sinds juli 2013 niet meer in de echtelijke woning en de man heeft duidelijk aangegeven dat er wat hem betreft geen uitzicht bestaat op verzoening. De vrouw heeft een gedragsverandering ondergaan. Zij maakt de man en zijn kinderen het leven zuur. De geloofsovertuiging van de vrouw maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Partijen verschillen van mening over wie van het gebruiksrecht van de echtelijke woning zou moeten krijgen. De rechtbank is van oordeel dat de man dit moet krijgen gelet op zijn leeftijd, het feit dat de man de woning al 45 jaar bewoond en de woning voor 75 % zijn eigendom is. De vrouw heeft onvoldoende aangetoond dat zij haar huidige woonruimte zou dienen te verlaten. Ook is onduidelijk gebleven waarom de urgentieverklaring die aan haar was verleend, weer is ingetrokken. Het feit dat de vrouw drie minderjarige kinderen heeft te verzorgen uit een eerdere relatie, leidt niet tot een ander oordeel noch haar stelling dat zij ziek is, nu zij daarvan geen bewijsstukken heeft aangeboden.

Bron: Rechtspraak.nl -ECLI:NL:RBNHO:2014:531