Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend. Ja, een mondelinge afspraak is ook een afspraak want volgens het Nederlandse overeenkomstenrecht komt een overeenkomst namelijk tot stand door een aanbod van een partij en de aanvaarding van dat aanbod door een andere partij.

Wat zegt het Nederlandse recht?

Artikel 217 van boek 6 van het Nederlandse overeenkomstenrecht bepaalt hierover het volgende:

“Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan.”

Volgens het Nederlandse recht gelden voor de totstandkoming van overeenkomsten in beginsel geen nadere vormvereisten. Een mondelinge overeenkomst is volkomen rechtsgeldig. Aanbod en aanvaarding kunnen namelijk in iedere vorm geschieden.

Uitspraken van De Hoge Raad

De Hoge Raad, hoogste rechtscollege in Nederland heeft in zijn arrest van 21 december 2001, ECLI: NL:2001: AD5352 hierover gezegd:

“Het antwoord op de vraag of een overeenkomst tot stand gekomen is, is afhankelijk van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden.”

Aanbod en ervaring hoeven dus niet uitdrukkelijk plaats te vinden: ze kunnen in elke vorm geschieden en kunnen besloten liggen in een of meer feitelijke gedragingen.

Een aanvaarding van het aanbod kan kenbaar worden gemaakt door alle middelen welke in het maatschappelijk verkeer als zodanig worden begrijpt inbegrepen, bijvoorbeeld; een hand opsteken, of gewoon ja knikken. Onder omstandigheden kan zelfs een niet handelen, een dulden, alsook een louter stilzwijgen als aanvaarding gelden. In zijn arrest van 4 februari 2000, NJ 2000/258 geeft de Hoge Raad daarvan een mooi voorbeeld:

“Naar het oordeel van het hof heeft Pelders terecht aangevoerd dat Kinheim op deze brief niet heeft gereageerd, zodat in rechte ervan dient te worden uitgegaan dat Kinheim daarmee – stilzwijgend – akkoord is gegaan.”

Anders dan een louter stilzwijgen, ligt die situatie veel duidelijker in een geval er reeds feitelijk uitvoering is gegeven aan een overeenkomst. Bij het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst of expliciete afspraken tussen partijen, moet aan de hand van alle overige omstandigheden en aanwijzingen beoordeeld worden of er vanaf enig moment een bepaalde rechtsverhouding bestaat.

In arrest Van den Eijnde / Fuchs van de Hoge Raad van 2 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3876, heeft de Hoge Raad de volgende rechtsregel bevestigd; ook al ontbreekt een schriftelijk contract, de totstandkoming van een overeenkomst kan mede worden afgeleid uit een tussen partijen op enig moment bestaande feitelijke situatie.

Meer informatie en advies?

Kortom; een mondelinge overeenkomst is volkomen rechtsgeldig, maar om een afspraak bij een rechter te kunnen aantonen verdient het wel de voorkeur om afspraken schriftelijk vast te leggen. Voor advies en meer informatie hierover, kunt u altijd contact opnemen met Ariëns Schoonderbeek Advocaten.