Het ondernemersklimaat in Nederland wordt bevorderd door een goede juridische infrastructuur. In dat kader worden onder andere de regels voor de personenvennootschappen (maatschap, vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap) gemoderniseerd.
Dit blijkt uit een nota Voortgang modernisering ondernemingsrecht waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
De nota is gepresenteerd door de minister van veiligheid en justitie. Het behelst een aanzet voor een nieuwe wettelijke regeling voor de personenvennootschappen, waarbij aanbevelingen zijn opgenomen voor het oplossen van knelpunten en lacunes in het huidige recht. De regels voor personenvennootschappen zijn namelijk fors verouderd. Hun wettelijke regeling dateert van 1838. Zij staan nog vermeld in het grotendeels opgeheven Wetboek van Koophandel. Het streven is om deze personenvennootschappen onder te brengen in één nieuwe wettelijke regeling in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dat wetboek handelt over de “bijzondere overeenkomsten” in het Nederlandse recht. De personenvennootschap ontstaat namelijk door overeenkomst. De deelnemende contractspartijen zijn de vennoten. De overeenkomst wordt ook wel de vennootschapsakte genoemd.
De personenvennootschappen fungeren naast de besloten vennootschap (B.V.) en de naamloze vennootschap (N.V.) uit Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In dat wetboek zijn de (vele) bijzondere regels voor de bij de B.V. en N.V. betrokken partijen geregeld. De B.V. en de N.V. hebben van oudsher rechtspersoonlijkheid. Dit betekent dat zij zelfstandige dragers van rechten en plichten zijn. Het vermogen van hun bestuurders of aandeelhouders is afgescheiden van het vermogen van de B.V. en de N.V.. Dat is anders bij vennoten in een personenvennootschap. Zij zijn nu privé aansprakelijk voor plichten en schulden van de vennootschap. De behoefte aan al deze verschillende personenvennootschappen bestaat onverminderd en lijkt zelfs sterker dan ooit. Dit heeft te maken met het ook in 2016 nog gegroeide aantal ZZP-ers in Nederland. Zodra deze ondernemers kiezen voor een onderlinge samenwerking is een personenvennootschap geboren. De strenge regels voor de B.V. en de N.V. zijn dan niet van toepassing. Wel moeten de wettelijke regelingen worden aangepast naar het gebruik van de personenvennootschappen in de huidige tijd.
De nu voor de verschillende personenvennootschappen geldende regelingen van hun rechten en plichten blijven voor een groot deel van kracht. Hetzelfde geldt voor de onderlinge verhoudingen tussen de vennoten en met derden, zoals schuldeisers.
Er wordt straks wel een onderscheid gemaakt tussen openbare en stille vennootschappen. De openbare vennootschap verkrijgt rechtspersoonlijkheid na inschrijving in het handelsregister. De rechtspersoonlijkheid impliceert een afgescheiden vermogen. Stille vennootschappen kennen dan geen afgescheiden vermogen, zoals nu het geval is. Hun vennoten zijn dan nog steeds in privé aansprakelijk. Als de vennoten dat niet wensen, kunnen zij de vennootschap openbaar maken en inschrijven. Na inschrijving gaat het vennootschappelijk vermogen onder algemene titel over op de rechtspersoon. Betreft dat vermogen aandelen op naam of registergoederen, dan is voor de levering van die goederen notariële tussenkomst vereist. Zo blijft duidelijk welke rechtspersoon de rechthebbende is op dat vermogen.
De rechtspersoonlijkheid vergemakkelijkt ook het toe- en uittreden van vennoten. Zij zijn dan niet onmiddellijk aansprakelijk met hun privévermogen voor reeds bestaande schulden van de vennootschap.
Uittredingen leiden in beginsel niet tot ontbinding van de vennootschap en de noodzaak om een nieuwe overeenkomst (vennootschapsakte) te sluiten. Een toegetreden vennoot wordt dan slechts verbonden voor prestaties waartoe de vennootschap zich vóór het toetreden van deze vennoot contractueel heeft verbonden, maar die eerst na diens toetreden opeisbaar worden (bv. verschuldigde huur of energiekosten). Op dit moment kan de bestaande schuldenlast van de vennootschap een hinderpaal vormen voor het uit- en toetreden van vennoten.
Daarnaast wordt gedacht aan een regeling voor omzetting van een openbare vennootschap in een BV, NV, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij en omgekeerd, en in een regeling voor fusie en splitsing van openbare vennootschappen. Daarbij wordt gedacht aan de mogelijkheid tot voortzetting van de onderneming van de vennootschap door één van de gewezen vennoten. De afwikkeling van de samenwerking tussen de vennoten kan dan meer vloeiend geschieden dan nu het geval is.
Voor al deze mogelijkheden blijft een goede verstandhouding tussen de vennoten een pré. Ook na deze moderniseringen blijft het zaak om binnen een personenvennootschap duidelijke afspraken te maken over de samenwerking, in welke vorm dan ook.
Meer weten over de mogelijkheden van een personenvennootschap?
Neem contact op met een van onze ondernemingsrechtspecialisten!