Met regelmaat word ik benaderd door partijen die zich afvragen hoe het nu toch kan dat na het uitspreken van een faillissement een onderneming zo maar kan doorstarten. Voor buitenstaanders is dit vaak niet te begrijpen en voor schuldeisers is dit vaak niet te accepteren. Als schuldeiser heb je over het algemeen pech gehad want uit het faillissement volgt meestal toch geen uitkering en ondertussen moet je wel accepteren dat er dus weer een nieuwe onderneming is.

Uiteraard is het voor schuldeisers over het algemeen niet prettig om te moeten constateren dat er sprake is van een doorstart. Zeker niet als ook nog eens blijkt dat bij deze doorstart dezelfde personen betrokken zijn als bij de failliete onderneming. Dit doet echter niet af aan het feit dat dit juridisch gezien wel degelijk is toegestaan.

Bij een doorstart is het bijna altijd zo dat de failliete onderneming is gevoerd vanuit een besloten vennootschap. Het is dan de besloten vennootschap die failliet gaat. De aandeelhouder(s) en/of bestuurder(s) gaan over het algemeen niet failliet. Deze aandeelhouder(s) en/of bestuurder(s) staat het dan ook vrij om na het uitspreken van het faillissement van de besloten vennootschap te trachten tot een doorstart van de onderneming te komen. Dit dan in zijn algemeenheid vanuit een nieuw op te richten besloten vennootschap.

De curator is over het algemeen bereid om met deze aandeelhouder(s) en/of bestuurder(s) in overleg te treden als deze aangeven dat er de wens is om tot een doorstart te komen. Dit niet omdat de curator deze partijen zo graag een tweede kans wenst te gunnen, doch omdat ervaring leert dat de opbrengsten vanuit een doorstart over het algemeen hoger zijn dan in het geval er geen doorstart komt. In dat soort gevallen worden de aanwezige activa vaak via een veiling verkocht en de opbrengst is dan meestal lager. Daarnaast geldt dat een doorstart over het algemeen het voordeel met zich meebrengt dat in ieder geval een deel van de werknemers van de failliete vennootschap weer aan een baan kan worden geholpen. Voor de curator is dit toch ook van belang. De taak van de curator is immers om te proberen zo veel mogelijk gelden te incasseren en zo min mogelijk schulden te laten ontstaan. Dit zodat er aan het einde van het faillissement zo veel mogelijk schuldeisers (gedeeltelijk) kunnen worden voldaan.

Omdat het de taak van de curator is om te proberen zoveel mogelijk gelden voor de faillissementsboedel te genereren, probeert de curator ook na te gaan of er naast de aandeelhouder(s) en/of bestuurder(s) van de failliete vennootschap wellicht nog andere partijen geïnteresseerd zijn in een doorstart. Als dit zo is, zal de curator alle partijen een gelijk kans geven om biedingen uit te brengen die kunnen leiden tot een doorstart. Hoewel de curator dus probeert om alle geïnteresseerde partijen een gelijke kans te bieden, moet daarbij niet uit het oog worden verloren dat het over het algemeen de aandeelhouder(s) en/of bestuurder(s) van de failliete vennootschap is/zijn die het best weten welke activa aanwezig zijn en wat de waarde hiervan is. Dit juist omdat zij aandeelhouder en/of bestuurder van de failliete vennootschap zijn. Om die reden zijn zij over het algemeen ook het beste in staat om een concurrerende bieding uit te brengen.

Hoewel het dus regelmatig voorkomt dat de aandeelhouder(s) en/of bestuurder(s) van de failliete vennootschap tot een doorstart weten te komen, betekent dit zeker niet altijd dat alles goed voor hen afloopt. Nog afgezien van het feit dat zij vaak hoofdelijk aansprakelijk zijn of borg staan voor de schuld van de failliete vennootschap geldt toch ook dat het met regelmaat voorkomt dat een doorstartende onderneming zelf binnen relatief afzienbare termijn failliet gaat. Opdrachtgevers hebben toch onvoldoende vertrouwen, de bedrijfsvoering is toch onvoldoende efficiënt of er is simpelweg gewoon onvoldoende markt voor dit soort onderneming.

Een recent voorbeeld van het voorgaande is het faillissement van Schoenenreus. Begin 2013 is Schoenenreus in staat van faillissement verklaard. Direct na dit faillissement is er een doorstart gekomen. Dit ook weer onder de naam Schoenenreus. De vennootschap die deze doorstart in 2013 heeft gerealiseerd, verkeert inmiddels echter ook al weer in staat van faillissement. Eind januari 2015 is het faillissement van deze nieuwe vennootschap uitgesproken. Hiermee is echter nog niet alles afgedaan.

Onlangs heeft de rechtbank Oost-Brabant bepaald dat een achttal getuigen moeten worden gehoord juist in verband met het eerste faillissement van Schoenenreus en de daaruit volgende doorstart. Een stichting die de belangen van een geruim aantal oud-werknemers behartigt heeft hier om verzocht. Deze stichting hoopt via dit voorlopig getuigenverhoor uit te kunnen zoeken of er onrechtmatigheden hebben plaatsgevonden bij het eerste faillissement van Schoenenreus en de doorstart die vanuit dit faillissement heeft plaatsgevonden. Mocht dit zo blijken te zijn, dan wensen de oud-werknemers de eventuele schade door hun ontslag te verhalen op de oud-bestuurders en/of de curator in het eerste faillissement van Schoenenreus.

Heeft u in een situatie als deze hulp nodig, wilt u advies of wenst u overleg, dan kunt u https://www.huisadvocaten.nl/contact/”>contact met ons opnemen.

title=”advocaat Mekkelholt” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/knuwer-advocaten-den_helder/”>mr. B.J. Mekkel
title=”advocaat Alkmaar” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/knuwer-advocaten-alkmaar/”>Knuwer Advocaten
Alkmaar
Tel:072 – 760 04 97