Een brandstofleverancier heeft onlangs met succes de directeur van een failliet transportbedrijf aansprakelijk gesteld voor het gebruik van tankpassen in de weken vóór het faillissement.
Op het moment dat het transportbedrijf failliet ging had de brandstofleverancier een vordering van ongeveer € 15.000 op het transportbedrijf. De vordering was ontstaan uit leveranties in de twee weken vóór het faillissement. Toen de brandstofleverancier van de curator van het transportbedrijf vernam dat er geen uitkering uit het faillissement zou komen, heeft zij haar pijlen op de directeur van het transportbedrijf gericht. De brandstofleverancier stelde dat de directeur in de weken vóór het faillissement wist of had moeten weten dat het transportbedrijf de afgenomen brandstof niet zou kunnen betalen.
De brandstofleverancier beriep zich op de zogenaamde “Beklamel-norm”, een in de rechtspraak ontwikkelde norm waaraan de gedragingen van een directeur worden getoetst. Het gaat daarbij om aansprakelijkheid van de directeur rechtstreeks tegenover schuldeisers van de vennootschap. Een directeur is aansprakelijk als hij ten tijde van het aangaan van de overeenkomst tussen de vennootschap en diens schuldeiser wist of moest weten dat de vennootschap de overeenkomst niet zou kunnen nakomen en geen verhaal zou bieden voor de daardoor veroorzaakte schade. In deze zaak ging het om een duurovereenkomst waarbij telkens op initiatief van het transportbedrijf, door het gebruik van tankpassen, brandstof werd afgenomen.
Op basis van de feiten in deze zaak stelden zowel de kantonrechter als het gerechtshof de brandstofleverancier in het gelijk. Het transportbedrijf zat in zwaar weer en de directeur heeft niet kunnen aantonen dat er nog voldoende perspectief was voor het bedrijf dat het doordraaien, en dus het afnemen van brandstof, rechtvaardigde. In zo’n geval ligt aansprakelijkheid tegenover leveranciers van de vennootschap dus op de loer. Als er nog voldoende perspectief voor het transportbedrijf was, was het blijven gebruiken van de tankpassen natuurlijk wel te rechtvaardigen geweest.
Een directeur van een onderneming in zwaar weer staat in dit soort situaties vaak voor een duivels dilemma: uit angst voor aansprakelijkheid maar vast de stekker er uit trekken? Of toch nog even doordraaien in de hoop dat er betere tijden aanbreken? Tijdig advies inwinnen kan een hoop ellende voorkomen.
Voor schuldeisers in een faillissement toont deze zaak maar weer eens aan dat er soms toch nog mogelijkheden zijn om schadeloos te worden gesteld.
Verkeert uw onderneming in slecht weer en mocht u na het lezen van deze blog advies in willen winnen of heeft u een vordering op een failliete vennootschap en u wilt weten of de bestuurder daarvoor wellicht persoonlijk kan worden aangesproken? Neem dan https://www.huisadvocaten.nl/contact/”>contact op met mr. F.J. Bleker, lid van de praktijkgroep Ondernemingsrecht en Insolventie.
title=”advocaat mr. F.J. Bleker” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/daniels-huisman-advocaten-almelo/”>mr. F.J. Bleker
title=”advocaat Almelo” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/daniels-huisman-advocaten-almelo/”>Daniels Huisman advocaten Almelo
Enschede
Tel: 053 – 206 80 02