Uitzendkrachten en ZZP-ers doen vaker gevaarlijk werk dan werknemers in vaste dienst. Uitgangspunt is dat een zelfstandig ondernemer, dus ook een ZZP-er, zelf verantwoordelijk is voor de veilige uitoefening van zijn werkzaamheden. Toch kunnen zij hun opdrachtgever aanspreken op dezelfde zorgplicht als werknemers in vaste dienst.

In december 2019 werd uit onderzoek door de Sociaal Economische Raad bekend dat vaste werknemers vaak minder gevaarlijk werk blijken te doen dan personeel dat niet in vaste dienst is. Bijvoorbeeld in de zorgsector en de bouwsector worden mensen blootgesteld aan zwaar belastend of gevaarlijk werk en werken zij met gevaarlijke stoffen. Als mogelijke oorzaak voor dit opvallende verschil wordt genoemd dat werkgevers zich niet verantwoordelijk voelen voor een werknemer die snel weer weg gaat. Ook is het mogelijk dat een ZZP-er tegen betaling bereid is om meer risicovol werk te doen dan een werknemer in vaste dienst. Dit geldt dus ook voor situaties waarin de ZZP-er niet zelf voor zijn veiligheid kan zorgen, maar mede afhankelijk is van de zorg van anderen.

De wettelijke zorgplicht voor de veiligheid blijft in die gevallen toch hetzelfde. Dit is wettelijk geregeld (artikel 7:658 lid 4 BW). De Hoge Raad heeft in 2012 al uitgemaakt dat iemand die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht ook onder het bereik van dezelfde wettelijke zorgplicht kan vallen (vindplaats: ECLI:NL:HR:2012:BV0616). Dit is het geval als deze werker voor de zorg van zijn veiligheid afhankelijk is van degene voor wie hij die werkzaamheden verricht. Of die afhankelijkheid er is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het hangt ook af van de mate waarin de werkgever al dan niet door middel van hulppersonen invloed heeft gehad op de werkomstandigheden van degene die de werkzaamheden heeft verricht.

De werkzaamheden moeten dan hebben plaatsgevonden ‘in de uitoefening van het beroep of bedrijf’ van de opdrachtgever-werkgever. Dit gaat verder dan het wezenlijke karakter van de eigen beroeps- of bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever. Juist vanwege het beschermende karakter van de wettelijke zorgplicht kunnen daaronder ook andere, feitelijke werkzaamheden van de ingeschakelde werker vallen. Juist omdat dit afhangt van de feiten zal dit aan de hand van de omstandigheden van het geval beoordeeld moeten worden.
Zodra het is vast te stellen dat de door de zelfstandige werker uitgevoerde werkzaamheden feitelijk tot de bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever behoren, valt deze persoon onder de wettelijke bescherming. Daarbij blijft overeind dat de ZZP-er voor zijn veiligheid wel (mede) afhankelijk moet zijn van de opdrachtgever. Ook dit hangt af van de omstandigheden. Denk dan aan het werken met gevaarlijke machines, gevaarlijke locaties of werkzaamheden die naar hun aard aanzienlijke risico’s met zich mee dragen en waar de opdrachtgever invloed op kan uitoefenen.

Als dat aan de orde is, moet de werkgever-opdrachtgever zich bewust zijn van zijn wettelijke zorgplicht. Er moeten dan dezelfde maatregelen zijn genomen om die risico’s te vermijden. Juist gelet op de wettelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid moet de opdrachtgever zich daarvan bewust zijn bij het opdragen en laten uitvoeren van de werkzaamheden aan anderen dan aan de eigen werknemers in vaste dienst. Als er vervolgens iets gebeurt waardoor de zelfstandige werker bij de uitoefening van zijn werkzaamheden schade oploopt, moet de opdrachtgever bewijzen dat zij heeft voldaan aan haar wettelijke zorgplicht om de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarmee werd gewerkt veilig te houden en voldoende veiligheidsinstructies te geven. Als de opdrachtgever niet kan aantonen dat zij voldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, is zij aansprakelijk voor de schade van de ZZP-er.

Voor zowel de opdrachtgever als de zelfstandige werker is het goed om bij aanvang goede afspraken te maken. Dit ook gelet op de verzekeringsaspecten. Zo kunnen zij zonder extra zorg veilig aan de slag.

Hebt u te maken met werk door zelfstandigen? Huurt u ZZP-ers in, maakt u gebruik van pay-rollers of verhuurt u juist zichzelf uit? De advocaten van Helderecht zijn u graag van dienst met advies of bijstand. Bel Helderecht Advocaten (055-5212491) of mail ons op (info@helderecht.nl).

mr. H.C.J. (Hajo) Coumou