Een statutair bestuurder is niet zomaar een bestuurder. Deze bestuurder is door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) benoemd als bestuurder van een BV of NV. Daarmee bekleedt deze persoon een dubbele functie binnen de rechtspersoon: vennootschappelijk als bestuurder én arbeidsrechtelijk als werkgever. Hierbij komt een dubbele verantwoordelijkheid kijken. Dit betekent echter niet dat er aan deze persoon dubbele rechten worden toegekend. Integendeel zelfs. Een statutair bestuurder kan, op grond van artikel 2:244 BW, te allen tijde worden ontslagen door een bevoegd orgaan. In de meeste gevallen is dit de AVA, maar dit kan ook door het Raad van Commissarissen (RvC) geschieden. Hiermee geniet een statutair bestuurder niet de bescherming tegen ontslag van een ‘gewone’ werknemer en heeft daarmee een kwetsbare positie. Waar moet op gelet worden bij het ontslag van een statutair bestuurder? Welke gevolgen heeft een ontslagbesluit?

Hoofdregel bij ontslag statutair bestuurder

Ondanks dat een statutair bestuurder ten allen tijden kan worden ontslagen, gaat dit niet zonder wikken of wegen. Er moeten namelijk twee rechtsbetrekkingen worden beëindigd. In de zogenoemde ‘15 april-arresten’ heeft de hoge raad de hoofdregel bij ontslag van een statutair bestuurder geformuleerd. Deze luidt dat he beëindigen van de vennootschappelijke band ook automatisch ook het einde van de arbeidsrechtelijke band betekent.

Een uitzondering op de hoofdregel wordt gemaakt indien er een opzegverbod zoals beschreven in artikel 7:670 BW van toepassing is of indien partijen anders zijn overeengekomen. Zo kan er bijvoorbeeld zijn bepaald dat een statutair bestuurder afstand kan doen van de bestuurderspositie, maar zijn arbeidsrechtelijke band behoudt. Hierdoor kan hij als werknemer in dienst blijven bij de rechtspersoon.

Vereisten ontslag

Zoals eerder genoemd, geschiedt het ontslag van een statutair bestuurder door de AVA of de RvC. Daarnaast moet er voor een rechtsgeldig ontslag aan alle statutaire en wettelijke vereisten worden voldaan. Zo moet er een algemene vergadering plaatsvinden waarin het besluit wordt genomen en moet het besluit kenbaar worden gemaakt. Tevens moet er een redelijke grond voor ontslag aanwezig zijn. Deze zijn neergelegd in artikel 7:669 BW. Een veel voorkomende grond is het verlies van vertrouwen in een bestuurder.

Transitievergoeding of billijke vergoeding

Na ontslag heeft de statutair bestuurder recht op een transitievergoeding als financiële tegemoetkoming. Deze kan oplopen tot honderdduizenden euro’s. Daarnaast kan hij/zij via de rechter een billijke vergoeding claimen indien er zonder redelijke grond is ontslagen, indien herplaatsing binnen een redelijke termijn mogelijk was of indien is er is ontslagen in strijd met een opzegverbod. Hiervoor moet de werkgever zich tevens ernstig verwijtbaar hebben gedragen.

Concluderend is een statutair bestuurder bekleed met een dubbele rechtspositie. Deze kunnen hem in een klap worden ontnomen middels een ontslagbesluit. Wet- en regelgeving is voorzien van vereisten waar aan moet worden voldaan voor, tijdens en na het nemen van een dergelijk besluit. Daarbij kan er een hoog prijskaartje aan dit besluit plakken. Hiermee voorziet het recht de statutair bestuurder van enige vorm van bescherming van zijn positie.