De voorzieningenrechter in Den Haag heeft de Staat verboden belastinggegevens van vier Amsterdamse huurders aan hun verhuurders te verschaffen zolang daarvoor geen wettelijke basis bestaat. Voor het geval al gegevens zijn verstrekt moet de Staat binnen een week aan de betrokken verhuurders berichten dat deze belastinggegevens niet hadden mogen worden verstrekt.

Wetsvoorstel

In december 2011 heeft de regering bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend dat tot doel heeft voor woningen uit de gereguleerde huursector een jaarlijkse huurverhoging mogelijk te maken die afhankelijk is van het huishoudinkomen van de huurder en de overige bewoners van de woonruimte. Is het huishoudinkomen hoger dan het grensbedrag dat in het wetsvoorstel wordt genoemd (voor 2012 € 43.000), dan kan de verhuurder aan de huurder een voorstel tot huurverhoging doen die hoger is dan het inflatiepercentage. Bij dit voorstel moet een verklaring van de Belastingdienst zijn gevoegd over het huishoudinkomen van de betrokken huurder.
De regering wil het wetsvoorstel per 1 juli 2012 invoeren. Met het oog daarop heeft de staatssecretaris van Financiën bij besluit van 31 januari 2012 aan de Belastingdienst ontheffing verleend van de fiscale geheimhoudingsplicht zodat de Belastingdienst nu al inkomensgegevens van huurders aan verhuurders kan verstrekken.

Vorderingen huurders

De vier huurders uit Amsterdam hebben in kort geding gevorderd de Staat te verbieden hun belastinggegevens aan hun verhuurders te verschaffen zolang daarvoor geen wettelijke basis bestaat of, als de gegevens al zijn verstrekt, de Staat te gebieden ervoor te zorgen dat de gegeven informatie niet mag worden gebruikt zolang de wet niet in werking is getreden.
Het ontheffingsbesluit van de staatssecretaris is volgens de huurders in strijd met de regelgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Ontheffing verleend in strijd met de wet

De voorzieningenrechter heeft het ontheffingsbesluit getoetst aan art. 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De afweging die de voorzieningenrechter op grond van dit artikel moest maken, was de vraag of het belang om al per 1 juli 2012 aan de verhuurders de bevoegdheid te geven om op grond van inkomen een extra huurverhoging door te voeren, rechtvaardigt dat aan hen nu al verklaringen worden verstrekt waaruit valt op te maken of het inkomen van de huurders per huishouden al dan niet boven € 43.000 ligt. Die vraag heeft de voorzieningenrechter ontkennend beantwoord. Het ontheffingsbesluit van de staatssecretaris kan de toets aan artikel 8 Wbp niet doorstaan.
Daar komt naar het oordeel van de voorzieningenrechter nog bij dat artikel 67 lid 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr), waarop het ontheffingsbesluit is gebaseerd, daarvoor onvoldoende grondslag biedt.
Omdat de ontheffing verleend is in strijd met de wet, is de verstrekking van de belastinggegevens van de huurders aan hun verhuurders onrechtmatig jegens de huurders. 

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit