De verschoningskamer van het gerechtshof heeft het verschoningsverzoek van een raadsheer afgewezen. De raadsheer in kwestie wilde zich terugtrekken van het nemen van een beslissing in een reeds behandelde strafzaak. Hij worstelde met de vraag of hij objectief gezien, bevooroordeeld zou lijken.
De betreffende raadsheer maakt deel uit van een meervoudige strafkamer(drie raadsheren) die zich op 24 januari jl. heeft gebogen over een zaak waarbij een 32-jarige man uit Maastricht wordt verdacht van doodslag op zijn zoontje. Na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting op de 24ste, maar vóór de uitspraak op maandag 7 februari om 9.30 uur is er door een communicatiefout van een medewerker van het ressortsparket (OM) nieuwe informatie over de persoon van de verdachte rechtstreeks bij de strafkamer bekend geworden. De verdachte heeft ter terechtzitting niet op deze informatie kunnen reageren, terwijl de strafkamer wel over die informatie beschikte. Daarom heeft de betreffende raadsheer zich afgevraagd of hij bij zijn beslissing in deze zaak de objectieve schijn van partijdigheid op zich zou laden. Deze vraag heeft hij voorgelegd aan de verschoningskamer door het indienen van een verschoningsverzoek op 7 februari jl. Lees meer
Bron: Rechtspraak.nl