De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 44-jarige vrouw uit Veghel vandaag ontslagen van alle rechtsvervolging voor het versturen van bonbons met muizengif. De verdachte is veroordeeld tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis.
De vrouw heeft bekend begin 2011 aan families in Uden, Veghel en Horn een pakketje bonbons met muizengif te hebben gestuurd. Ze heeft wisselend en verward verklaard over haar motieven. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat de vrouw willens en wetens handelde. Op grond van een NFI-rapport oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel bij het eten van de bonbons, ook niet als ze in één keer zouden worden opgegeten. De rechtbank spreekt de vrouw – overeenkomstig de officier van justitie – vrij van poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad. Daarnaast kan onvoldoende worden vastgesteld dat er een aanmerkelijke kans was op pijn of letsel. Het enkele feit dat kort gezegd mogelijk symptomen van lichte misselijkheid of buikpijn kunnen optreden door het eten van de chocolade is onvoldoende om tot een veroordeling voor poging mishandeling met voorbedachte raad te komen.
Anders dan de advocaat van de vrouw stelde is de rechtbank van oordeel dat personen die met muizengif vergiftigde bonbons ontvangen wel degelijk kunnen vrezen voor hun leven. De rechtbank veroordeelt de vrouw dan ook voor meerdere bedreigingen met een misdrijf tegen het leven. Dat uiteindelijk uit onderzoek bleek dat de bonbons geen fatale hoeveelheden gif bevatten, doet daaraan niet af. Er was geen sprake van een grap, zoals de vrouw zelf verklaarde.
De vrouw is onderzocht door een psychiater en psycholoog. Uit hun rapporten blijkt dat bij de van oorsprong Mexicaanse vrouw zeer waarschijnlijk sprake is van schizofrenie en ze tijdens de handelingen in een psychotische toestand verkeerde. Gelet op de lage tot matige kans op herhaling achten de deskundigen een behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis aangewezen.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over en beschouwt de vrouw als ontoerekeningsvatbaar. De vrouw wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Overeenkomstig de eis van de officier veroordeelt de rechtbank de vrouw tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar aangezien ze gevaarlijk is voor zichzelf en anderen. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat de vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van drie families. Dat is een ernstig feit en bij de slachtoffers is een gevoel van onveiligheid ontstaan doordat een voor hen onbekend iemand bonbons met muizengif opstuurde. Over het motief kunnen ze alleen maar gissen. Bovendien is bij de families ongerustheid ontstaan over de veiligheid van hun kinderen.
