De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft geen overtredingen van de Mededingingswet geconstateerd op de markt voor schadehersteldiensten. Dit blijkt uit een uitgebreide marktanalyse die de NMa heeft uitgevoerd, mede naar aanleiding van een groot aantal meldingen over de vermeende concurrentiebeperkende rol van verzekeraars op de markt voor auto(ruit)schadehersteldiensten. De NMa ziet thans geen aanknopingspunten voor verder mededingingsrechtelijk onderzoek.
Uit een enquête die in opdracht van de NMa is uitgevoerd, blijkt dat 40% van de autoschade en 16% van de ruitschade door verzekeraars wordt gestuurd. Er is sprake van schadesturing indien verzekeraars invloed uitoefenen op de keuze van de verzekerde voor een schadeherstelbedrijf door bijvoorbeeld de herstelkosten direct aan het schadeherstelbedrijf te betalen, een korting te geven op het eigen risico of vervangend vervoer aan te bieden. Op basis van de enquête concludeert de NMa dat individuele Nederlandse verzekeraars op dit moment niet beschikken over een economische machtspositie op de markt voor schadehersteldiensten. Ook is er geen sprake van inkoopmacht van de huidige samenwerkingsverbanden van verzekeraars (Stichting Schadegarant, Stichting Glasgarant en Topherstel). Deze netwerken hebben ieder afzonderlijk een marktaandeel van minder dan 15%. (Samenwerkingsverbanden van) verzekeraars hebben in beginsel contractvrijheid. Zij mogen gebruik maken van schadesturing, mede omdat dit in het voordeel van de verzekerde uitwerkt doordat zij profiteren van bijvoorbeeld de inkoopvoordelen die de verzekeraars behalen via het samenwerkingsverband.
De NMa kan alleen handhavend optreden als ondernemingen in strijd met de Mededingingswet handelen, doordat zij een kartel vormen of misbruik maken van een economische machtspositie. Hiervoor zijn in dit onderzoek geen aanwijzingen naar voren gekomen. Overigens hoeft het hebben van een machtspositie niet te betekenen dat daarvan misbruik wordt gemaakt. Ook een partij met een machtspositie mag scherp inkopen en stevig onderhandelen.
Uit de marktanalyse blijkt verder dat de gestuurde schadestroom de laatste jaren toeneemt in verhouding tot de vrije schadestroom. Volgens een aantal schadeherstellers heeft dit tot gevolg dat het voor schadeherstelbedrijven die niet zijn geselecteerd door verzekeraars moeilijker wordt om aan werk te komen. De NMa is zich bewust van dit mogelijke gevolg, maar kan echter niet ingrijpen omdat er geen sprake is van enige overtreding van de Mededingingswet.
Bron: www.rechtennieuws.nl 15 april 2009