Centrale vraag is of gemeente (geanonimiseerd maar vermoedelijk is dat gemeente Rotterdam, red.) aansprakelijk is voor schade op grond van artikel 6:174 BW als gevolg van scheef liggende stoeptegel. Het trottoir op de plaats van het ongeval bestaat uit vierkante tegels van 30 bij 30 centimeter met een dikte van 5 centimeter. Langs de rand van het trottoir staan ijzeren paaltjes (‘amsterdammertjes’). Ten tijde van het ongeval lag een tegel schuin, waardoor tussen twee tegels een hoogteverschil van 4 à 5 centimeter bestond.

'5.2. In dit deelgeschil dient uitsluitend beoordeeld te worden of [De Gemeente] op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk is voor de door [verzoekster] geleden schade. Er zal dan ook geen oordeel worden gegeven over de schade en de hoogte daarvan. Tussen partijen is niet in geschil dat [De Gemeente] als wegbeheerder aansprakelijk is voor gebrekkige wegen binnen haar gemeentegrenzen. Daardoor moet slechts beoordeeld worden of het trottoir op de kruising van de Prins Bernhardkade en Willem van Hillegaersbergstraat op 29 augustus 2010 voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen.

5.3. Hoewel van een trottoir niet verwacht kan worden dat dit altijd volledig egaal is, hoeven voetgangers bij een normaal trottoir niet bedacht te zijn op grote hoogteverschillen. Om te bepalen welke hoogteverschillen acceptabel zijn kan aansluiting gezocht worden bij de norm in het handboek van het CROW, waarin een hoogteverschil van 3 centimeter of meer is als ‘ernstig’ wordt gekwalificeerd. Dat deze door het CROW vastgestelde norm doorgaans wordt gehanteerd, is door [De Gemeente] niet betwist.

5.4. Het staat vast dat er een op de plaats van het ongeval tussen twee tegels een hoogteverschil van 4 à 5 centimeter bestond. Op de overgelegde foto’s (productie 12 bij het verweerschrift) is te zien dat de ene tegel op een andere ligt, waardoor er een loodrecht (en geen schuin aflopend) hoogteverschil van ongeveer 5 centimeter is ontstaan. De hoogst liggende tegel, die gebroken is en ondersteboven ligt, is duidelijk niet correct geplaatst. Het hoogteverschil was vanuit de looprichting van [verzoekster] minder goed waar te nemen. [De Gemeente] heeft de tegel – zonder specifieke melding van deze tegel, maar naar aanleiding van een melding van een omgereden amsterdammertje – hersteld en stelt in het verweerschrift dat de gemeente dit, als zij hiervan op de hoogte was geweest, direct adequaat had hersteld. Dit ondersteunt de opvatting van [verzoekster] dat er sprake was van een gebrek aan het trottoir.

5.5. Gelet op de hiervoor beschreven omstandigheden moet daarom vastgesteld worden dat er sprake was van een gebrek aan het trottoir. Door dit gebrek is een gevaar ontstaan, dat zich vervolgens heeft verwezenlijkt. De gemeente is als gevolg hiervan aansprakelijk.

5.6. Dat [De Gemeente] niet bekend was met het gebrek, betekent niet dat zij daarvoor niet aansprakelijk is. Zij heeft het trottoir niet recentelijk gecontroleerd – 15 maanden geleden voor het laatst – waardoor de mogelijkheid dat er een gebrek aan deze stoep is ontstaan voor haar risico komt. Hoewel aannemelijk is dat de gemeente adequaat reageert op meldingen van burgers, neemt dit de aansprakelijkheid van [De Gemeente] niet weg, zie ook de uitspraak van de kantonrechter Arnhem van 12 december 1983 (VR 1986, 26 en LJN: AJ5171).

5.7. Er is geen reden om de aansprakelijkheid van de gemeente als gevolg van eigen schuld van [verzoekster] te verminderen. De rest van het trottoir in de nabije omgeving van het ongeval verkeert in goede staat, waardoor [verzoekster] niet bedacht hoefde te zijn op grote hoogteverschillen. Het huis van [verzoekster] lag weliswaar in de buurt van plaats van het ongeval, maar zij woonde daar pas enkele maanden. Daarbij lag de bewuste tegel lag niet op een vaste looproute van [verzoekster].

Hoewel de ondersteboven liggende tegel lichter van kleur is, is aannemelijk dat dit kleurverschil door de vochtige weersomstandigheden op 29 augustus 2010 verminderd is. Daarbij hoeft men niet bij iedere anders gekleurde tegel op het trottoir bedacht te zijn op mogelijk hoogteverschil. [De Gemeente] heeft aangevoerd dat [verzoekster] wel bedacht moest zijn op hoogteverschil op het moment dat zij van de weg de stoep op stapte.

Dit betreft echter het hoogteverschil tussen de weg en de stoep en niet hoogteverschil tussen twee tegels op de stoep. Hoewel aannemelijk is dat de betreffende kruising niet erg druk is, heeft [De Gemeente] onvoldoende gesteld dat [verzoekster] niet de waakzaamheid heeft betracht die van haar verlangd mocht worden. [De Gemeente] heeft gesuggereerd dat [verzoekster] door een gesprek met haar vriendin was afgeleid, maar heeft dit vermoeden niet nader onderbouwd.'

Aldus de rechter mr. K.L. van Zetten op 21 juli 2011

LJN: BU9562, Rechtbank Rotterdam, 1232891

Bron: juridischdagblad.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit