Gevaar en een ongeluk als gevolg daarvan zit in een klein hoekje. Niet alles valt te overzien en niet alles valt te voorkomen. Een stom ongeluk kan grote gevolgen hebben. Niet alleen voor degene met schade en/of letsel, maar ook voor degene die het ongeluk heeft veroorzaakt of, zonder dat er sprake is van schuld of verwijtbaarheid, verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gevolgen van het ongeval. Wanneer kan je verantwoordelijk worden gehouden voor de gevolgen van een ongeluk en wanneer kun je hier (gedeeltelijk) onderuit komen door te stellen dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden of eigen schuld?

Gevaarscheppend gedrag onrechtmatig?

Een handeling wordt al snel als gevaarzettende handeling aangemerkt. De vraag die gesteld dient te worden is of het gevaarscheppend gedrag ook onrechtmatig is. Uit de rechtspraak volgt dat gevaarscheppend gedrag onrechtmatig is indien de kans op een ongeval als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat men zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.

Het Gerechtshof Amsterdam boog zich recent over een zaak waarbij isolatieplaten vanaf een dakterras naar beneden werden gegooid en waarbij een voorbijganger gewond raakte. Het feit dat de isolatieplaten aan één kant waren voorzien van een laagje hout en dus niet zacht waren, was de gevaarzettende handeling een gegeven. Nu de platen passanten zouden kunnen raken en dit voorzienbaar werd geacht, had het gevaar in redelijkheid als aanzienlijk moeten worden ingeschat. Mede gelet op het feit dat geen voorzorgmaatregelen waren getroffen terwijl dit wel eenvoudig had gekund, maakte dat er sprake was van gevaarscheppend gedrag dat onrechtmatig was.

Eerder oordeelde het Gerechtshof Leeuwarden dat het in een aanhangwagen tillen van een wasmachine een onrechtmatige gevaarzettende handeling was. Dit omdat de aanhangwagen aan alle kanten omsloten was door stangen die niet konden worden neergeklapt, de zware wasmachine hierdoor over de zijrand moest worden getild en dit gevaren met zich mee bracht.

Zowel degene die de isolatieplaten naar beneden gooide als degene die de regie had over het in de aanhangwagen tillen van de wasmachine waren dan ook gehouden de schade die dit had veroorzaakt te vergoeden.

Voor de beoordeling van gevaarscheppend gedrag en de vraag of dit gedrag onrechtmatig is, dient te worden gekeken naar de Kelderluik-criteria. De hoge raad heeft vier criteria geformuleerd in voornoemd arrest, te weten:
• Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid worden geacht?
• Hoe groot is de kans dat uit deze niet-inachtneming ongevallen staan?
• Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
• Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?

Risicoaansprakelijkheid

In sommige gevallen doet niet, dan wel amper ter zake of er sprake is van schuld of verwijtbaarheid. Het gaat om de aansprakelijkheid die is gebaseerd op een bepaalde rol, hoedanigheid of kwaliteit. Deze aansprakelijkheid wordt risicoaansprakelijkheid genoemd. Het gaat hier bijvoorbeeld om jonge kinderen die schade veroorzaken. De ouders zijn hiervoor dan, ook al is er geen sprake van schuld of verwijtbaarheid van de ouders, aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de werkgever die aansprakelijk is voor de gedragingen van de werknemer die in de uitvoering van zijn werkzaamheden schade en/of letsel veroorzaakt.

Ongelukkige samenloop en eigen schuld

Het voorgaande voelt mogelijk oneerlijk aan. Een stom ongeluk, een ongeluk dat niemand voorzag en toch gehouden zijn de schade te vergoeden. Er bestaan, met name voor zover het niet gaat om de risicoaansprakelijkheden, onder meer de volgende uitzonderingen.

Allereerst is het mogelijk dat er geen sprake is van gevaarscheppend onrechtmatig gedrag maar van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. In een zeer recente uitspraak van de rechtbank Den Bosch is geoordeeld dat het bekneld raken van een vinger bij het in een aanhangwagen tillen van gevelpanelen een ongelukkige samenloop van omstandigheden betrof. De rechtbank kwam tot dit oordeel onder meer gelet op het feit dat de aanhangwagen geschikt was om de panelen te vervoeren en de panelen via de achterklep in de aanhangwagen geschoven konden worden en dus niet over de zijboorden behoefde te worden getild. Van een aanzienlijk risico op ongevallen bij het laden was naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake. Bovendien was het niet steeds een en dezelfde persoon die de regie in handen had gehad.

Een grond om (gedeeltelijk) onder de vergoedingsplicht uit te komen is een beroep op eigen schuld van degene met schade/letsel. Eigen schuld gaat pas spelen wanneer aansprakelijkheid vaststaat. Is er sprake van eigen schuld, dat wordt dus gekeken naar het aandeel van degene met schade/letsel in het ongeval. Was degene onoplettend of iets dergelijks, dan kan worden geoordeeld dat het ongeval (deels) door eigen schuld is ontstaan, hetgeen betekent dat de schade ook deels door degene met schade/letsel dient te worden gedragen.

Conclusie

Kortom; ook in het geval van een stom ongeluk kan men gehouden zijn de schade te vergoeden die door het ongeluk is veroorzaakt. Er dient dan te gaan om onrechtmatig gevaarscheppend handelen. Gevaarscheppend gedrag dient te worden beoordeeld aan de hand van de Kelderluik-criteria. In sommige gevallen doet niet, dan wel amper ter zake of er sprake is van schuld of verwijtbaarheid. Dit is het geval wanneer er sprake is van een risicoaansprakelijkheid. Indien sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, zal er geen sprake zijn van onrechtmatig handelen en de eigen schuld kan de vergoedingsplicht beperken.

Links naar aangehaalde uitspraken:
1. ECLI:NL:HR:1994:ZC1576 (onrechtmatig gevaarscheppend gedrag)
2. ECLI:NL:GHAMS:2015:4021 (isolatieplaten)
3. ECLI:NL:RBOBR:2015:6456 (gevelpanelen)
3. ECLI:NL:GHLEE:2003:AI0394 (wasmachine)
4. ECLI:NL:HR:1965:AB7079 (kelderluik)