Dat beslag is gelegd door partijen die stellen dat zij met Woonbron overeenstemming hadden bereikt over de koop van die aandelen, terwijl Woonbron stelt de aandelen aan een derde partij te hebben verkocht. De voorzieningenrechter verwerpt de stellingen dat het beslag reeds op formele gronden moet worden opgeheven. Inhoudelijk oordeelt de voorzieningenrechter dat er op dit moment voldoende aanwijzingen zijn dat er over de essentialia van de overeenkomst overeenstemming was bereikt, zodat het beslag niet wordt opgeheven.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BY6522