Werknemer heeft zich negatief en discriminerend uitgelaten over een collega op Facebook. Er is geen sprake van een dringende reden, mede omdat werkgever geen laatste waarschuwing heeft gegeven. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op grond van een wijziging in de omstandigheden ex artikel 7:685 BW. 4.6. De vraag is vervolgens of sprake is van een wijziging in de omstandigheden die moet leiden tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Ter zitting heeft de directeur van JK aangegeven dat een ‘zero tolerance’-beleid gevoerd wordt en dat hij op geen enkele wijze dergelijk gedrag in zijn bedrijf tolereert. JK verbindt hieraan de uiterste consequentie en wil [werknemer] niet meer in dienst houden. De kantonrechter acht dit standpunt van JK op zich genomen voorstelbaar, maar ook voorbarig, juist vanwege het ontbreken van die laatste waarschuwing. De kantonrechter constateert, mede gelet op het feit dat JK met zoveel woorden heeft gesteld dat zij echt niet meer met [werknemer] verder wil, dat de vertrouwensrelatie tussen partijen zodanig is geschaad dat de overeenkomst op de kortst mogelijke termijn dient te eindigen.

4.7. Op basis van het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 mei 2012 moet worden ontbonden wegens
veranderingen in de omstandigheden als bedoeld in artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek. Gelet op wat hiervoor is overwogen is het billijk dat aan [werknemer] een vergoeding van € 1.239,09 wordt toegekend. De vergoeding is vastgesteld op basis van de zogenaamde kantonrechtersformule met correctiefactor C=1. Daarbij is mede rekening gehouden met de door [werknemer] gedane uitingen op Facebook.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BW2006