Elk der echtgenoten kan zonder toestemming van de ander beschikken (d.w.z. ook vervreemden) over de tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen, tenzij zich een uitzonderingsgeval voordoet als bedoeld in artikel 1:88 BW (bijvoorbeeld betreffende de echtelijke woning of borgstelling). Het hof stelt vast dat van zo'n uitzonderingsgeval hier geen sprake is. De toe-eigening van de camper door verdachte was wederrechtelijk.

Bron: Rechtspraak.nl – ECLI:NL:GHSHE:2013:5910