In rechte is komen vast te staan dat door de gemeente in de meergenoemde “randgroenstrook” bij beide kavels een strook grond ter breedte van steeds 10 meter (ook) is verkocht met de bestemming “bedrijfsdoeleinden”, terwijl daar dus geen sprake van was noch later alsnog kon zijn. Aldus is sprake geweest van een ernstige toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de gemeente, die aldus immers meer heeft verkocht dan zij waar kon maken. De ernst en de omvang van de genoemde tekortkoming zijn wezenlijk en niet van geringe betekenis en rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank daarom een integrale ontbinding van de overeenkomst van partijen. Deze rechtsgeldige ontbinding brengt mee dat op de gemeente de ongedaanmakingsverplichting is gaan rusten om de koopsom van € 1.992.155,20 inclusief BTW terug te betalen. Gemeente op verbeurte van een dwangsom verplicht om mee te werken aan de eigendomsoverdracht van het gekochte perceel, opdat dat perceel weer haar eigendom wordt. Voor de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding wordt een comparitie van partijen gelast.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BV1444