Sinds 1 april 2014 geldt het adolescentenstrafrecht. Deze nieuwe wetgeving betekent onder meer een verruiming van de leeftijdsgrens tot waaraan de rechter een jongere kan veroordelen volgens het jeugdstrafrecht, van 17 jaar naar 23 jaar.

Tot nu toe werden jongeren onder de 18 jaar (bijna altijd) automatisch berecht via het jeugdstrafrecht en jongeren boven de 18 jaar via het strafrecht voor volwassenen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het brein van jongeren zich, onder meer met betrekking tot het inschatten van risico’s en oordeelsvermogen, nog ontwikkelt tot 23 à 24-jarige leeftijd en dat jongeren sterk verschillen in hun ontwikkeling. De één heeft een kinderlijke manier van denken en gewetensvorming, terwijl de ander al een meer volwassen leefwereld heeft. Door deze nieuwe wet kunnen rechters voortaan beter rekening houden met deze verschillen in ontwikkeling per persoon en jongeren effectiever (lichter/zwaarder/anders) bestraffen. Zo zal er bijvoorbeeld meer rekening gehouden kunnen worden met de scholing van een jongere om te voorkomen dat de scholing wordt onderbroken, door in plaats van een gevangenisstraf, een taak- of leerstraf op te leggen.

Dit is zowel voor de jongere zelf, als voor de maatschappij als geheel, een verbetering, omdat daarmee de kans op herhaling wordt verkleind en jongeren die de fout in gaan, meer toekomstperspectief krijgen.

De nieuwe wet leidt ertoe dat in elke strafzaak van een jongere tot 23 jaar, goed wordt gekeken welk recht (volwassenen- of jeugdrecht) van toepassing is. Reclassering Nederland adviseert de rechtbank over welk strafrecht (volwassenen of jeugd) het beste past bij de ontwikkelingsleeftijd van de jongere die vervolgd wordt. Reclassering Nederland voert daarover een gesprek met de jongere, raadpleegt zo nodig derden (bijvoorbeeld ouders, school) en brengt advies uit aan de rechtbank. Vervolgens worden zowel het Openbaar Ministerie als de advocaat van de jongere en/of de jongere zelf in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over dat advies naar voren te brengen tijdens de zitting. Het is uiteindelijk echter de rechter die beslist welk type strafrecht wordt toegepast. Om te zorgen dat deze beslissingen eenduidig worden genomen, past elke rechter dezelfde criteria toe:

    • de verstandelijke beperkingen van de verdachte;
    • de mogelijkheid tot pedagogische beïnvloeding (wat kan en wil de verdachte?)
    • het justitieel verleden van de verdachte.

Heeft u in een situatie als deze hulp nodig, wilt u advies of wenst u overleg, dan kunt u contact met ons opnemen.
title=”advocaat thuijs” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/aalst-en-daniels-huis-advocaten-amsterdam/”>mr. B.K.M. Thuijs (Belinda)
Tel: 020 – 7601 225
title=”advocaat amsterdam” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/aalst-en-daniels-huis-advocaten-amsterdam/”>AD Advocaten
Amsterdam