Met ingang van 1 april 2013 zijn nieuwe richtlijnen in werking getreden voor het berekenen van de hoogte van kinderalimentatie. De nieuwe richtlijnen zijn een vereenvoudiging van de voorheen geldende richtlijnen. De bedoeling van de nieuwe richtlijnen is dat een berekening ook voor de alimentatieplichtigen en alimentatiegerechtigden zelf inzichtelijker is geworden, zodat zowel de betaler als de ontvanger van kinderalimentatie sneller vrede met het bedrag heeft.

Of dat doel wordt bereikt is maar zeer de vraag. In de richtlijnen die golden tòt 1 april 2013, werd rekening gehouden met een deel van de vaste lasten van een alimentatieplichtige, maar niet met alle lasten. Zo werd wel rekening gehouden met de (netto) woonlasten, maar bijvoorbeeld niet uitdrukkelijk met de kosten van gas, water, licht, TV, internet, verzekeringen (anders dan zorgverzekering) enzovoort. Dit zijn toch kosten die als noodzakelijk mogen worden beschouwd, maar met de oude regeling kon men bedrogen uitkomen. Er werd namelijk rekening gehouden met een stelpost “bijstandsnorm” van ongeveer € 925,-. In de bijstandsnorm zat ook een stukje woonlasten van € 213,- en zorgkosten van € 49,-. Het restant van € 663,- zou voldoende moeten zijn om boodschappen van te doen, maar dus ook om de verzekeringen te betalen, de auto te laten rijden en gas, water, licht etc. te betalen. Veel alimentatieplichtigen hadden en hebben het gevoel dat zij onvoldoende middelen hebben om in hun eigen levensonderhoud te voorzien en dat met hun werkelijke uitgaven onvoldoende rekening werd gehouden.

Met invoering van de nieuwe richtlijnen is dat helaas niet verbeterd. Kort gezegd wordt nu berekend wat de onderhoudsplichtige netto te besteden heeft per maand. In de berekening wordt van dit netto inkomen een derde gereserveerd ten behoeve van de woonlasten (ook al zijn die hoger of lager!). Daarnaast mag tussen de € 800,- en € 850,- worden besteed aan eigen levensonderhoud. Van het netto besteedbaar inkomen is dus een derde bestemd voor wonen en wordt de genoemde € 800,- tot € 850,- bestemd voor leven. Van het restant is minimaal 70% beschikbaar voor kinderalimentatie. Dit betekent dat men ten opzichte van de vorige regeling aanzienlijk slechter of beter uit kan zijn, want vergeleken met voorheen wordt er nóg minder rekening gehouden met daadwerkelijke uitgave van onderhoudsplichtigen en –gerechtigden. De regeling kan dan eenvoudiger zijn, maar het is maar zeer de vraag of betrokkenen er sneller vrede mee zullen hebben. Wellicht schiet de richtlijn zijn eigen doel voorbij.

Mevrouw mr. L.M. Mons
https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/oass-advocaten-haarlem-amsterdam/” target=”_blank”>Advocaat bij Parmentier & Oass advocaten
023 5313111