Bescherming van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst

Indien u iets origineels hebt gemaakt, is het uiteraard niet gewenst dat iemand anders zich voordoet als maker van dat werk. Daarom is dan ook het auteursrecht in het leven geroepen. Het auteursrecht is verankerd in de Auteurswet. Meer specifiek zegt artikel 1 van de Auteurswet dat het auteursrecht het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst of van dienst rechtverkrijgenden is om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen bij wet gesteld. Hieronder zal nader worden toegelicht wat deze bepaling precies inhoudt.

Ontstaan auteursrecht

Het auteursrecht komt toe aan de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. Indien u dus een dergelijk werk hebt gemaakt, bent u de “auteur” van dit werk. Bij werken van letterkunde, wetenschap of kunst kunt u denken aan boeken, schilderijen, muziek, foto’s en dergelijke. Een maker van een dergelijk werk verkrijgt dit recht automatisch, reden waarom men zegt dat een auteursrecht “van rechtswege” wordt verkregen. U bent dus niet verplicht om dit auteursrecht ergens te registreren of om dit ergens aan te vragen.

Indien u beschikt over een auteursrecht op een werk, dan beschikt u in principe over twee exclusieve rechten: namelijk als eerste het alleenrecht om het werk openbaar te maken en als tweede om dit werk te verveelvoudigen. Maar wat houdt openbaar maken en verveelvoudigen precies in? Het openbaar maken van een werk kan worden gezien als bijvoorbeeld het plaatsen van een afbeelding op een website. Het auteursrechtelijk beschermd werk wordt dan toegankelijk gemaakt voor het publiek en daarmee wordt het openbaar gemaakt. Alleen de auteursrechthebbende is hiertoe gerechtigd. Het verveelvoudigen van een werk waar het auteursrecht op rust kan bijvoorbeeld worden gezien als het kopiëren van een werk, zoals een boek of een andere tekst. Ieder ander persoon dient, op grond van het bovenstaande, toestemming aan u te vragen om het werk openbaar te maken of om het werk te verveelvoudigen. Zelfs voor het bewerken of vertalen van het werk waar auteursrecht op rust, dient in principe toestemming te worden gevraagd.

Auteursrecht bij dienstverband

Er zijn echter uitzonderingen denkbaar waarin de maker niet automatisch de auteursrechthebbende is, bijvoorbeeld in de situatie dat een werk in dienstverband is gemaakt. In dit kader geldt de werkgever als de maker van het werk dat door een werknemer in zijn dienstverband is gemaakt, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen.

Auteursrecht bij meerdere auteurs

Indien u met één of meerdere personen een werk hebt gemaakt, dan hebt u samen met deze personen het auteursrecht. Het is daarbij verstandig om goede afspraken te maken voordat u besluit om een dergelijk werk samen met andere personen te gaan maken. Deze afspraken kunt u het beste schriftelijk vastleggen. In dit schriftelijke stuk, bijvoorbeeld een samenwerkingsovereenkomst, kunt u onder andere bepalen wat er met het werk dient te gebeuren indien er een conflict zou ontstaan of als een van de auteurs de samenwerking zou willen beëindigen. Bovendien is voor de openbaarmaking en verveelvoudiging van een werk van meerdere auteurs de toestemming van alle auteurs vereist wanneer de diverse bijdragen van de auteurs niet meer te onderscheiden zijn. Indien dit echter wel het geval is, bijvoorbeeld in een handboek waarbij de bijdragen van iedere auteur goed te onderscheiden zijn, hoeft u geen rekening te houden met de medeauteurs. Ieder gaat dan over zijn eigen stukje, tenzij afstand is gedaan van het auteursrecht, bijvoorbeeld ten behoeve van de uitgever.

Auteursrecht bij werk in opdracht gemaakt

In de auteurswet zijn twee specifieke situaties neergelegd waarbij het auteursrecht aan een opdrachtgever toe kan komen. In de eerste situatie kan het auteursrecht aan een opdrachtgever toekomen indien een ontwerp onder de leiding en onder het toezicht van deze opdrachtgever is gemaakt. In de tweede situatie kan de opdrachtgever het auteursrecht hebben wanneer een bedrijf een bepaald ontwerp naar buiten heeft gebracht zonder de naam van de maker te vermelden. Volgens de auteurswet wordt de afzender in deze situatie als de maker van het werk aangemerkt, tenzij deze hiertoe niet gerechtigd was.

Verjaring van het auteursrecht

Het auteursrecht is van kracht tot 70 jaar na het overlijden van de maker van het werk. Indien de maker van het werk niets heeft geregeld in zijn testament, gaat het auteursrecht over op zijn erfgenamen. Het is echter niet zo dat gedurende deze 70 jaar een persoon kan worden aangesproken voor een door hem gepleegde auteursrechtinbreuk. Hiervoor geldt een verjaringstermijn vanaf het moment van inbreuk. Een persoon die inbreuk maakt op een werk waar het auteursrecht op rust, kan tot 20 jaar na de inbreuk hierop nog worden aangesproken.

Bewijs van auteursrecht

Vanwege het feit dat u in beginsel van rechtswege het auteursrecht verkrijgt, is het lastig om te bewijzen dat u daadwerkelijk de maker bent van dit werk. Er is een aantal mogelijkheden om uw bewijspositie te versterken. U kunt bijvoorbeeld uw idee, concept of format vastleggen bij het i-DEPOT bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Bij het vastleggen van dit idee krijgt u dan een officiële datumstempel. Hiermee kunt u aantonen dat uw idee, concept of ontwerp op een bepaald moment al bestond, dit kan bij een eventueel conflict noodzakelijk zijn. Uiteraard zijn hier kosten aan verbonden. Bovendien kunt u dit idee enkel voor een periode van vijf jaar vastleggen, indien u dit zou willen verlengen, dient u het idee opnieuw vast te leggen. Het vastleggen van uw idee voor bijvoorbeeld een boek is echter geen volledige garantie dat andere personen niet met uw werk aan de haal zullen gaan. Wees dan ook blijvend oplettend na de publicatie van uw werk! En…zowel op dit stukje als op de foto rust auteursrecht!

Mevrouw Rosalie Bruikman
bruikman@parmentieradvocaten.nl
Jurist bij Parmentier Advocaten
info@parmentieradvocaten.nl
Tel: 023-5313111