Het door Defensie voorgenomen ontslag van militairen die de afgelopen 8 jaar met politie of justitie in aanraking zijn gekomen, zorgt voor grote onrust op de werkvloer. „Het gaat om maar liefst ongeveer 80 militairen”, zei advocaat Michael Ruperti vrijdag tegen het ANP. Hij maakte een inventarisatie van de situatie.
Ruperti vertegenwoordigt 15 militairen die hun baan dreigen te verliezen. Veel commandanten uitten hun zorgen hierover, constateert de raadsman. „Ze vrezen het verlies van veel en essentiële kennis en ervaring. Het gaat namelijk vaak om zeer ervaren mensen.”
„Het gaat hier niet om zware misdrijven, het gaat niet om gevangenisstraffen”, benadrukt Ruperti. „Kennelijk vindt men bij Defensie een boete van 500 euro of een werkstraf al zwaar genoeg om vertrouwen in deze militairen op te zeggen.”
Defensie op de hoogte
Hij wijst erop dat Defensie in alle gevallen op de hoogte was van de strafzaken tegen de militairen. „Destijds is niet besloten om ze te ontslaan, omdat ze uitstekend functioneerden. Veel van hen hebben zich meerdere malen onderscheiden in Uruzgan. Een aantal is zelfs onderscheiden voor hun uitstekende functioneren onder zware operationele omstandigheden.”
De advocaat spreekt van een onbegrijpelijke actie van Defensie. Om dat de illustreren wijst hij op een geval van een jonge militair die een werkstraf kreeg toen hij 14 jaar was.
„Op 17-jarige leeftijd solliciteert hij bij Defensie en maakt melding van zijn veroordeling. Toch wordt hij aangenomen”, vertelt Ruperti. „Hij slaagt daarna als beste leerling van het schoolbataljon. Zijn commandanten zijn zo tevreden dat ze hem de opleiding tot onderofficier willen laten volgen. Drie jaar nadat hij in dienst is genomen, krijgt hij een brief dat Defensie zijn 'verklaring van geen bezwaar' (VGB) wil intrekken.
Rechtbank
De 15 militairen die de raadsman bijstaat, leggen zich niet neer bij het ontslag dat dreigt. Ze zullen het aanvechten en roepen zoveel mogelijk collega's die in hetzelfde schuitje zitten op zich bij hen aan te sluiten.
Ruperti heeft van het ministerie van Defensie geëist dat het voor 1 april een besluit over het lot van alle betrokken militairen neemt. Dit om aan hun onzekerheid een eind te maken.
Vertrouwen
Volgens Defensie is met de Tweede Kamer afgesproken de teugels op het gebied van integriteit strakker aan te trekken. „Dat is hier nu niet aan de orde”, reageert PvdA-Tweede Kamerlid Angelien Eijsink. „Defensie heeft deze mensen aangenomen met dat verleden.”
Defensie kan volgens haar „volstrekt niet zo met haar werknemers omgaan”. „Door eerst te zeggen dat iemand mag blijven, denkt een militair het vertrouwen van zijn werkgever te hebben gekregen”, legt ze uit. „Dan bewijs je je als militair op missie of ergens anders en dan krijg je opeens te horen dat je met terugwerkende kracht alsnog wordt ontslagen. Dat kan echt niet.”
Eijsink gaat minister Hans Hillen (Defensie) dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer om opheldering vragen.
Bron: Telegraaf.nl
