De voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in een kort geding van diverse personen (vijf individuele eisers en de Stichting Landelijk Beraad Marokkanen) tegen de Staat der Nederlanden over het optreden van het openbaar ministerie (OM) in de strafzaak tegen Geert Wilders. De eisers hebben destijds, met anderen, bij het gerechtshof Amsterdam geklaagd over de beslissing van het OM om Wilders niet vervolgen. Het gerechtshof heeft daarop, met zijn beschikking van 21 januari 2009, de vervolging bevolen. In de strafzaak heeft het OM, bij monde van de twee behandelende officieren van justitie, geconcludeerd tot vrijspraak. Doordat een verzoek van Wilders tot wraking van de drie leden van de Amsterdamse rechtbank is toegewezen, zal het strafproces opnieuw worden gevoerd.

De vordering van de eisers in het kort geding in Den Haag bestaat uit drie onderdelen. Zij wensen de vervanging van de officieren van justitie, die naar hun mening niet loyaal gevolg hebben gegeven aan de beschikking van het gerechtshof. Zij wensen ook dat de dagvaarding in de strafzaak wordt aangevuld met diverse passages uit de beschikking van het hof, die volgens hen daarin ten onrechte ontbreken. In de derde plaats eisen zij dat het OM wordt bevolen in het requisitoir van de officieren in de strafzaak beter aan te sluiten bij de beschikking van het hof.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen.

Ten aanzien van het eerste onderdeel heeft hij overwogen dat het OM “een en ondeelbaar” is. Dit betekent dat het er in wezen niet toe doet welke officier een bepaalde zaak behandelt. Een officier draagt niet zijn of haar persoonlijke standpunt uit, maar het standpunt van het OM. Overigens is het niet aan de rechter om te bepalen wie binnen het OM met bepaalde taken wordt belast. Lees meer

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit