Het openbaar ministerie is niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van een voormalige leidinggevende van bouwbedrijf Koop Tjuchem door het gerechtshof ’s-Gravenhage op 5 december 2008. Twee andere leidinggevenden van bouwbedrijf Koop Tjuchem zijn door het hof vrijgesproken van het omkopen van een ambtenaar.

Het Gerechtshof ‘s-Gravenhage heeft deze ambtenaar, destijds werkzaam bij Rijkswaterstaat, 120 uur werkstraf opgelegd voor het aannemen van een gift wetende dat hiervoor een tegenprestatie werd verwacht.

Het Haagse hof heeft in de zaak tegen een voormalig leidinggevende, tevens ‘klokkenluider’ in de bouwfraudezaak, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard. Reden hiervoor is dat het destijds optredende openbaar ministerie een fundamentele inbreuk heeft gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde. Zo wekten de justitiële autoriteiten onder meer de rechtens relevante schijn op bij de verdachte dat hij niet vervolgd zou worden en maakten zij inbreuk op het zwijgrecht van de verdachte. Bovendien handelden zij zodanig dat dit een ernstige schending opleverde van het belang van de verdachte bij een integere strafrechtspleging. Volgens de toenmalige voorzitter van het College van procureurs-generaal had het openbaar ministerie de verdachte “een beetje aan het lijntje gehouden.”

Het hof heeft de twee andere managers van het bouwbedrijf vrijgesproken, omdat er geen bewijs is voor het feitelijk leidinggeven door deze verdachten aan omkopingshandelingen die de onderneming verweten worden. De verklaringen tegen hen afgelegd door de klokkenluider zijn onvoldoende bruikbaar voor de bewijsvoering, daar deze persoon een zakelijk conflict met beide verdachten had. Daarnaast is er onvoldoende steunbewijs.

De ambtenaar van Rijkswaterstaat is door het hof vrijgesproken van het aannemen van twee giften, waarvoor hij door de rechtbank eerder wel veroordeeld was. Het hof acht in één geval wel bewezen dat de ambtenaar steekpenningen aangenomen heeft van het bedrijf waar de klokkenluider werkte.

Bron: www.rechtennieuws.nl, 8 december 2008