Vorige week berispte het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Nederland vanwege een rechtszaak over xtc-smokkel, waarin de verklaring van een kroongetuige die beroep deed op zijn zwijgrecht beslissend was voor de veroordeling van een verdachte. De VVD stelde een Kamervraag over de kwestie. Hoe vaak komen deze berispingen voor en heeft het in Straatsburg gevestigde Hof te veel macht, zoals soms beweerd wordt? Dat laatste is overdreven, vindt Matthias Borgers, VU-hoogleraar straf(proces)recht en raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof Amsterdam. “Er zijn diverse manieren om invloed uit te oefenen op het Hof.”
In de publiciteit over dit soort zaken wordt wel eens de suggestie gewekt dat Nederland in vele rechtszaken door ‘Straatsburg’ op de vingers getikt wordt. Is dat zo?

“Nee. Het gebeurt eigenlijk vrij weinig. De indruk wordt gewekt dat het Hof enorm vaak ingrijpt in Nederlandse strafzaken. In werkelijkheid gebeurt dat heel beperkt. Jaarlijks leidt slechts een handvol klachten uit Nederland tot het aannemen van een schending van de mensenrechten in Straatsburg. Terwijl honderden Nederlandse klachten niet-ontvankelijk verklaard worden.”

Wie fluit eigenlijk het Europees Hof voor de Rechten van de Mens terug?

“Niemand. Het Hof is uiteindelijk de hoogste instantie. Er is geen andere rechter die daar nog over oordeelt. Maar nationale rechtscolleges kunnen effectief invloed uitoefenen op het Hof in Straatsburg. Het Hof luistert goed naar wat er in de lidstaten gebeurt. Laatst was er een Britse strafrechtzaak waarin het Hof tweemaal schendingen van de mensenrechten had vastgesteld. Daarna werd de zaak in de Grote Kamer van het Hof nog een keer behandeld. In de tussentijd boog het Britse Supreme Court zich over dezelfde materie en ging in discussie met het Europees Hof. Het Hof heeft daar toen heel uitvoerig aandacht voor gehad en de Britse argumenten ook verwerkt in de definitieve uitspraak.”

Kunnen de lidstaten zelf het Hof beïnvloeden?

“Zeker. Via hun vertegenwoordigers in de Raad van Europa. Deze Raad kan aanbevelingen doen waar het Hof rekening mee houdt in zijn uitspraken. Daarbij spelen gebruiken en wetten uit de lidstaten een grote rol. Zo stelde het Hof recent een Nederlander in het ongelijk die niet wilde getuigen tegen haar partner waarmee zij al jaren samenwoonde. Volgens de Nederlandse wet kun je alleen op basis van een geregistreerd partnerschap of een huwelijk beroep doen op dit verschoningsrecht. Het Hof is toen gaan kijken hoe dit in andere landen geregeld is. In een behoorlijk aantal landen was dat hetzelfde als in Nederland. Zo’n gemene deler in dit soort zaken speelt een rol in het oordeel van het Hof.”

Is er voldoende balans tussen de nationale en de Europese rechtspraak?

“Ik benadruk hier graag dat Nederland geheel vrijwillig is toegetreden tot het Europese mensenrechtenverdrag op basis waarvan het Hof in Straatsburg opereert. Hetzelfde geldt voor de toetreding tot de EU. Dat is een nationale beslissing geweest. Vervolgens moeten deze instituties goed werken. Ik denk dat het Hof doorgaans goed werk aflevert. De motivering van de uitspraken is meestal uitgebreid en van goede kwaliteit. Wat knap is gezien de moordende werkdruk. Nederland kan zoals gezegd ook invloed uitoefenen op de rechtspraak bij het Hof.

Welke rol speelt de regelmatig opduikende negatieve Europa-stemming in deze discussie?

“Een duidelijke. Er wordt door bepaalde partijen heel sterk in wij-zij-termen gepraat: ‘Zij zijn Europa en daar komt weinig goeds vandaan’. Er zijn door de lidstaten ook wel heel veel onpopulaire dingen op Europees niveau geregeld. Dan is het verleidelijk om als politicus naar Europa te wijzen, bijvoorbeeld bij de begrotingsnorm van 3 procent. Maar ook op justitieel gebied zie je dat politici zich vaker negatief over Europa uitlaten. Tien jaar geleden gebeurde dat toch minder. Dat wil niet zeggen dat politici niet kritisch mogen zijn. Die Kamervraag van de VVD over de uitspraak van het Hof in de zaak van de Britse xtc-smokkel lijkt me heel goed.”

Welke verbeteringen kan Nederland nog bereiken in de relatie met het Hof?

“Ik denk dat de Nederlandse Hoge Raad meer zou kunnen doen om in discussie te gaan met het Europese Hof. In het type strafzaak zoals die vorige week speelde kan de Hoge Raad al eerder de Straatsburgse rechtspraak betrekken. Door een zaak er uitgebreider aan te toetsen. En vervolgens door het discours met het Hof aan te gaan als men er anders over denkt. Dan zal het Hof vaker dan nu zijn uitspraken bijstellen of anders uitleggen, zoals recent dus gebeurde in Groot-Brittannië. Het loont om er dieper in te duiken.”

Vrijdag 9 november wordt de themadag Europees Recht gehouden door de gezamenlijke kenniscentra van de Rechtspraak en het studiecentrum rechtspleging (SSR). De dag vindt plaats in de Media Plaza in Utrecht. 

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit