Persbericht van de procureur-generaal bij de Hoge Raad

De procureur-generaal gaat niet in op het verzoek tot het instellen van een vordering tot cassatie in het belang der wet in de zaak Wilders

Mr. G. Spong, advocaat in Amsterdam, heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad namens een aantal cliënten verzocht een vordering tot cassatie in het belang der wet in te stellen bij de Hoge Raad tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 juni 2011 (LJN BQ9001).

In dat vonnis is de heer G. Wilders vrijgesproken van het aanzetten tot haat tegen moslims, niet-westerse allochtonen en Marokkanen, het aanzetten tot discriminatie van moslims, niet-westerse allochtonen en Marokkanen en het zich beledigend uitlaten over moslims wegens hun geloof.
Bij brief van 19 maart 2012 heeft de procureur-generaal mr. Spong bericht dat hij niet zal ingaan op zijn verzoek.

Cassatie in het belang der wet

Tegen de vrijspraak van de heer G. Wilders is geen hoger beroep ingesteld door het Openbaar Ministerie. Die vrijspraak is daarmee onherroepelijk.
Als een rechterlijke uitspraak onherroepelijk is, kan de procureur-generaal aan de Hoge Raad de vraag voorleggen of de rechter in die uitspraak het recht goed heeft uitgelegd. Het middel dat de procureur-generaal daarvoor heeft, is het vorderen van cassatie in het belang der wet. Een vordering tot cassatie in het belang der wet is dus niet bedoeld om de concrete zaak nog eens door de Hoge Raad te laten beoordelen. Het doel van een dergelijke vordering is een uitspraak van de Hoge Raad te krijgen over een rechtsvraag, als de beantwoording van die vraag vanuit een oogpunt van rechtseenheid of rechtsontwikkeling wenselijk is. Het instellen van een vordering tot cassatie in het belang der wet is dan ook alleen aangewezen als dit kan leiden tot een oordeel van de Hoge Raad dat van belang is voor de beoordeling van andere zaken.

Motivering van de beslissing

De procureur-generaal heeft zijn beslissing uitgebreid gemotiveerd in zijn brief aan mr. Spong. Hij is van mening dat het vonnis van de rechtbank zich niet goed leent voor het instellen van een vordering tot cassatie in het belang der wet. Een belangrijke reden is dat de rechtbank bij de beoordeling van de uitlatingen van de heer Wilders de bijzondere omstandigheden van het geval sterk heeft laten meewegen. Als het al mogelijk zou zijn een duidelijk afgebakende rechtsvraag aan de hand van het vonnis te formuleren, dan nog zou het lastig zijn op een dergelijke vraag een algemeen antwoord te geven. Bij zijn afweging heeft de procureur-generaal ook de positie van de heer Wilders als vrijgesproken verdachte betrokken. Deze positie vormt, mede gelet op de in artikel 6 van het EVRM (Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden) verankerde onschuldpresumptie – iemand is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen – een reden om terughoudend te zijn met het instellen van cassatie in het belang der wet tegen een vrijspraak.

Ten slotte

De procureur-generaal geeft leiding aan het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit