Kamer verhuren aan studenten? Dat kan niet altijd zonder slag of stoot. In deze zaak kwam een appartementsgerechtigde op tegen kamerverhuur aan zes studenten door andere appartementsgerechtigden, van de bovenverdieping. De situatie zou al sinds 2004 hebben bestaan en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van het appartementencomplex had een slapend bestaan.

De toenmalige appartementsgerechtigde en rechtsvoorganger van geïntimeerden had voor de kamerverhuur in 2004 een onttrekkings- en een exploitatievergunning van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente.

Bezwaren van appellante zouden door dat college bij beslissing van 6 april 2006 zijn afgewezen. Bij brieven van 2 augustus 2007, 13 augustus 2010 en 14 november 2011 heeft appellante grieven geuit tegen de andere eigenaar over geluids- en wateroverlast.

Appelante bepleit vooral dat er gehandeld wordt in strijd met artikel 16 lid 4 van het splitsingsreglement.

Essentie: uitleg notariële slitsingsakte leidt tot oordeel dat bestaande situatie in strijd is met de in die akte opgenomen beperking van het gebruik. Gelet op betrokken rechten van derden comparitie van partijen om de implicaties van een en ander te bespreken. De centrale overwegingen van het hof:

'5.3  Het hof is van oordeel dat het gewraakte artikel 16 lid 4 van het Modelreglement aldus moet worden gelezen, dat de woning slechts in haar geheel verhuurd mag worden dan wel in gebruik mag worden gegeven aan de tot bewoning gerechtigde, die er zelf met zijn gezin of bij hem inwonenden dient te wonen. Met andere woorden: de hoofdhuurder of hoofdgebruiker kan slechts een gedeelte van de woning aan een (onder)huurder afstaan, aangezien hij er zelf moet blijven wonen…. Lees meer

Bron: Juridischdagblad.nl