Als een werkgever wegens bedrijfseconomische redenen genoodzaakt is om een reductie aan te brengen in zijn personeelsbestand, moet bij de bepaling van de ontslagvolgorde het zogenaamde afspiegelingsbeginsel worden toegepast binnen de categorie uitwisselbare functies waarbinnen de personeelsreductie zou moeten plaatsvinden. Uitwisselbare functies zijn functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en naar vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn. Binnen de categorie uitwisselbare functies worden de medewerkers ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen: 15 tot 25 jaar, 25 tot 35 jaar, 35 tot 45 jaar, 45 tot 55 jaar en 55 jaar of ouder. Daarna wordt bepaald binnen welke leeftijdsgroep(en) de ontslagen moeten plaatsvinden en wie voor ontslag in aanmerking komen. Dat is degene binnen de leeftijdsgroep met het kortste dienstverband. De wetgever had met dit afspiegelingsbeginsel voor ogen om de leeftijdsopbouw binnen de organisatie (groep uitwisselbare functies) zoveel als mogelijk in balans te houden, zodat er geen oververtegenwoordiging van bepaalde leeftijdsgroepen ontstaat.
Het komt echter steeds vaker voor dat medewerkers na het bereiken van hun AOW-gerechtigde leeftijd bij de werkgever werkzaam bleven en dat heeft een onbedoeld en ongewenst neveneffect. Het systeem kon namelijk tot gevolg hebben dat in de leeftijdsgroep 55 jaar en ouder een medewerker die de AOW-gerechtigde leeftijd had bereikt in dienst kon blijven en een jongere medewerker, die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd had, voor ontslag moest worden voorgedragen. Om deze situatie in de toekomst te voorkomen, is per 1 april 2014 het Ontslagbesluit aangepast. Het gevolg van deze wijziging is dat AOW-gerechtigde werknemers in geval wegens bedrijfseconomische redenen het eerst voor ontslag in aanmerking komen. Hiermee wordt voorkomen dat een werknemer die voor zijn inkomen aangewezen is op het verrichten van arbeid plaats moet maken voor een AOW-gerechtigde werknemer voor wie dat niet het geval is. De wetgever is van oordeel dat het gemaakte onderscheid naar leeftijd om deze reden objectief gerechtvaardigd is, ondanks het feit dat de oudere werknemers ten opzichte van hun jongere collega’s in een ongunstigere positie zijn komen te verkeren. Overigens kan de vraag nog wel worden gesteld of het gemaakte onderscheid naar leeftijd voldoet aan de daaraan te stellen strenge eisen die volgen uit het Europese wet- en regelgeving, alsmede de rechtspraak.
Als er meerdere AOW-gerechtigde werknemers binnen de groep uitwisselbare functies werkzaam zijn, dan geldt het anciënniteitsprincipe binnen deze groep. Dit betekent dat degene met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking komt. Als de beoogde reductie van personeel niet kan worden bereikt met de AOW-gerechtigde werknemers, dan wordt het afspiegelingsbeginsel toegepast op de rest van de medewerkers.
De gewijzigde regels in het Ontslagbesluit zijn van toepassing op aanvragen die op of na 1 april 2014 zijn ontvangen door het UWV AJD.

Heeft u in een situatie als deze hulp nodig, wilt u advies of wenst u overleg, dan kunt u contact met ons opnemen.
title=”Advocaat Ronald Muurlink” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/knuwer-advocaten-alkmaar/” target=”_blank”>mr. R. Muurlink
Tel: 072 – 7600 093
title=”Advocaat Alkmaar” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/knuwer-advocaten-alkmaar/” target=”_blank”>Knuwer Advocaten
Alkmaar