7. Het hof is van oordeel dat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, de hypothecaire lasten en eigenaarslasten van de echtelijke woning tussen partijen bij helfte dienen te worden gedeeld en overweegt daartoe als volgt. De echtelijke woning is gezamenlijk eigendom van partijen en mitsdien komen de lasten van die woning in beginsel voor beide partijen gezamenlijk. Voorts heeft de man gesteld dat de vrouw de echtelijke woning heeft verlaten en dat hij in de echtelijke woning is blijven wonen omdat deze moest worden verkocht. Dit is als zodanig niet door de vrouw weersproken. Daarnaast acht het hof het, gelet op het inkomen dat de man genereert, thans bestaande uit een bijstandsuitkering, niet redelijk dat de man de volledige lasten van de echtelijke woning draagt. Het hof zal derhalve bepalen dat de hypothecaire lasten en eigenaarslasten door partijen ieder voor de helft dienen te worden voldaan, ingaande 11 mei 2010, zijnde de datum waarop de man deze lasten niet meer kon voldoen uit de teruggaven Inkomstenbelasting 2007 en 2008. Overigens doet aan het voorgaande naar het oordeel van het hof niet af dat de man het woongenot van de echtelijke woning heeft genoten en thans nog steeds geniet, nu de man onweersproken heeft gesteld dat hij in de echtelijke woning woont zodat deze woning beter verkoopbaar is en wat hem betreft de vrouw ook in de echtelijke woning mag gaan wonen.
Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BR3911