Werkgever verzoekt voor de tweede keer voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer op grond van wijziging van omstandigheden, welke met zich meebrengt dat er op korte termijn een einde aan die arbeidsrelatie tussen partijen dient te komen. Die wijziging van omstandigheden zou bestaan uit de ontdekking van werkgever dat werknemer in de afgelopen jaren meer overuren heeft geclaimd dan hij daadwerkelijk heeft gewerkt. Werknemer betwist deze ernstige beschuldiging. Een voorwaardelijke ontbindingsprocedure is echter niet het juiste forum om een en ander uit te zoeken. Daartoe zal een bodemprocedure opgestart moeten worden. Het verzoek wordt derhalve afgewezen. Werknemer heeft evenwel een zelfstandig tegenverzoek ingediend tot (voorwaardelijke) ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Na het overlijden van zijn echtgenote, het proces van rouwverwerking, de niet aflatende druk van de werkgever, het inschakelen van een recherchebureau, een ontslag op staande voet, een kort geding procedure, een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, een bodemprocedure en thans nog maar weer eens een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding kan werknemer een en ander psychisch niet meer aan en wenst dat er per 1 juli 2012 een einde aan het dienstverband komt wegens wijziging van omstandigheden.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BW6308