Huisbewaarderschap. Voorop moet worden gesteld dat de aanduiding van partijen van hun rechtsverhouding niet beslissend is voor de vraag hoe die rechtsverhouding moet worden gekwalificeerd. De huisbewaringsovereenkomst moet worden gezien als een driepartijenovereenkomst tussen verhuurder, huurder en huisbewaarder, waarin de verhuurder de huurder onder voorwaarden toestemming geeft de woonruimte voor een bepaalde periode aan de huisbewaarder in gebruik te geven. De huisbewaring is beperkt tot de overeengekomen periode, zodat daarna aan de kwalificatie van de rechtsverhouding als onderhuur niet meer de onder artikel 7:269 BW geregelde rechtsgevolgen zijn verbonden.
Bron: Rechtspraak.nl -LJN: BV6356