4.7 Gelet het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de nieuwe werkzaamheden van [eiser] bij Reclassering Nederland als Leveringsbeheerder in overwegende mate anders zijn dan de werkzaamheden die een Systeembeheerder verricht. Dientengevolge kunnen de voorgenomen werkzaamheden van [eiser] niet worden aangemerkt als werkzaamheden die in directe concurrentie met Cimsolutions staan. Nu Cimsolutions echter een andere mening is toegedaan en [eiser] daarom aan het non-concurrentiebeding wil houden, is een schorsing van het non-concurrentiebeding – ondanks het in casu ontbreken van concurrerende werkzaamheden – niettemin toewijsbaar voor wat betreft de bij Reclassering Nederland te verrichten werkzaamheden als Leveringsbeheerder.
4.9 Naar het oordeel van de kantonrechter zou een geheel onverkorte handhaving van het relatiebeding tot 1 november 2011 in dit geval resulteren in een onbillijke benadeling van [eiser]. [eiser] wordt door de onverkorte handhaving van het beding immers belemmerd om zijn recht op vrijheid van arbeidskeuze uit te oefenen zoals vervat in artikel 19 lid 3 van de Grondwet. Dat klemt in casu te meer, nu [eiser] een concreet uitzicht heeft op een beter betaalde baan bij Reclassering Nederland en zij Cimsolutions ter compensatie een vergoeding van twee maandsalarissen heeft aangeboden, terwijl het relatiebeding thans nog maar zo’n drie maanden van kracht zal zijn. Het feit dat Cimsolutions een detacheringsbedrijf is in de concurrentiegevoelige IT sector maakt het beschermen van haar bedrijfsdebiet zonder meer begrijpelijk, maar de bescherming daarvan in de vorm van een volledig onverkorte handhaving van het relatiebeding zou in casu in een onbillijke benadeling van [eiser] resulteren. Cimsolutions heeft ook niet voldoende aannemelijk weten te maken dat handhaving van de periode van een heel jaar noodzakelijk is. De vrees voor precedentwerking maakt dat niet anders, nu dat een niet geïndividualiseerd en (te) algemeen belang vormt. Gelet op het bovenstaande zal de kantonrechter het relatiebeding in duur beperken tot 9 maanden, zodat het haar werking zal verliezen op 1 augustus 2011.
Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BR3770