Partijen hebben ten tijde van de echtscheiding alimentatieafspraken gemaakt en deze opgenomen in een echtscheidingsconvenant. De man beroept zich op het moment dat de vrouw naast de overeengekomen onderhoudsbijdrage tevens aanspraak maakt op het door partijen tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen primair op dwaling. De man verzoekt subsidiair limitering van de onderhoudsverplichting. Meer subsidiair verzoekt de man de rechtbank de door hem te betalen onderhoudsbijdrage te wijzigen op grond van gewijzigde omstandigheden. Het door de man gedane beroep op dwaling wordt door de rechtbank gepasseerd aangezien het niet door de man is onderbouwd en derhalve feitelijke grondslag mist. De rechtbank heeft voorts op het limiteringverzoek van de man beslist dat limitering van de door de vrouw te ontvangen onderhoudsbijdrage te ingrijpend is voor haar gelet op de inkomensachteruitgang die dit met zich brengt tegenover de inkomenspositie van de man. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de man, ondanks dat een non-wijzigingsverzoek is overeengekomen ontvankelijk is in zijn wijzigingsverzoek aangezien een inkomenstoename aan de zijde van de vrouw van 50% zonder gevolgen voor de alimentatieafspraken tussen partijen en zonder nadere toelichting een wanverhouding oplevert tussen hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, hierbij heeft de rechtbank mede gelet op de omstandigheid dat de relatie tussen de welstand tijdens het huwelijk en de behoefte van de vrouw gedurende de loop van de tijd afneemt. De rechtbank gaat daarna over tot het opnieuw bezien van de behoefte van de vrouw en tot het bepalen van haar aanvullende behoefte. Vervolgens gaat de rechtbank over tot vaststelling van het bedrag conform de aanvullende behoefte van de vrouw aangezien uit de door de man overgelegde draagkrachtberekening blijkt dat de man de draagkracht heeft tot voldoening van de onderhoudsbijdrage en na een jusvergelijking niet is gebleken dat de vrouw indien zij deze onderhoudsbijdrage ontvangt over een hoger vrij.
Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BI3472