Huur woonruimte. Opzegging door verhuurder wegens dringend eigen gebruik. Art. 7:271, 273, 274 BW. Bij beoordeling rechtmatigheid opzegging mag rechter ook beoogd gebruik anders dan als woonruimte betrekken. Hof mocht, zonder daarmee in strijd te komen met art. 7:273 lid 1, gewijzigde feitelijke grondslag voor in opzeggingsbrief vermelde opzeggingsgrond in aanmerking nemen; vgl. HR 13 juni 2008, LJN BC6116, NJ 2008/338. Art. 7:271 lid 6 en art. 3:42 BW verzetten zich niet tegen conversie van opzeggingstermijn in een geval waarin opzegging mede is geschied op een tijdstip waarop dat volgens de huurovereenkomst nog niet was toegestaan. Hof heeft gehandeld in strijd met beginsel van hoor en wederhoor door eigener beweging verkregen feitelijke gegevens aan zijn beslissing ten grondslag te leggen zonder partijen in de gelegenheid te stellen daarvan kennis te nemen en zich daarover desgewenst uit te laten, en heeft voorts ten onrechte een bepaalde stelling als onweersproken beschouwd.
Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BP5612