X koopt in 2006 een appartementsrecht. Op de koopovereenkomst zijn de Algemene verkoopvoorwaarden van de gemeente van toepassing. Op grond van deze voorwaarden geldt de verplichting om het gekochte gedurende vijf (thans twee) jaar zelf te bewonen en niet door te verkopen. Op vroegtijdige doorverkoop staat een boete die strekt tot afroming van gemaakte winst.

Er is ontheffing mogelijk. X gaat niet in het appartement wonen, maar verhuurt het. De gemeente doet een beroep op het algemene boetbeding in de algemene verkoopvoorwaarden (niet zijnde de “afroombepaling”) en vordert nakoming van de bewoningsverplichting. In reconventie vordert X afgifte van een ontheffing. De rechtbank wijst de vorderingen af. De bewoningsverplichting is opgenomen om speculatie te voorkomen. Van speculatie is hier geen sprake.

Bovendien is de termijn van zelfbewoning niet gaan lopen en heeft de gemeente er geen belang bij nu nakoming te vorderen. Overigens gaat de rechtbank niet mee met de opvatting van X dat de bewoningsverplichting nietig is. Ook krijgt X geen ontheffing.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BQ7055