Eisers vorderen gedaagde te veroordelen binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis over te gaan tot verwijdering van de door gedaagde opgerichte terrasconstructie die onder meer bestaat uit een loopbrug naar het terras. De terrasconstructie is binnen twee meter van de vensters van eisers gebouwd en biedt op een afstand van nog geen meter rechtstreeks zicht in de slaapkamer van eisers. De voorzieningenrechter oordeelt dat, nu vooralsnog tot uitgangspunt moet worden genomen dat onder het Oud BW door verjaring een recht van erfdienstbaarheid van uitzicht ten gunste van eisers is ontstaan, gedaagde op grond van artikel 5:50 lid 4 BW verplicht is binnen een afstand van twee meter van de hiervoor bedoelde vensters geen gebouwen of werken aan te brengen die eisers onredelijk zouden hinderen. De vordering tot verwijdering van de loopbrug wordt toegewezen. Geen aanleiding om de termijn waarbinnen de gedaagde de loopbrug moet verwijderen te bepalen binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis. Met betrekking tot het terras is ter zitting voldoende vast komen te staan dat de stellingen van partijen ten aanzien van dit onderdeel van de vordering zodanig verdeeld zijn dat niet in het beperkte kader van een kort geding is vast te stellen welke partij het gelijk aan haar zijde heeft. Dit geschil zal in een bodemprocedure aan de orde moeten komen. Dit onderdeel van de vordering is in dit geding niet toewijsbaar. Dit geldt eveneens ten aanzien van het onderdeel van de vordering ter zake de geluidshinder nu eisers onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat hiervan sprake is.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BK6384