Betreft een scheiding van tafel en bed, waarin geen ouderschapsplan is overgelegd. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op genoemde feiten en omstandigheden, voldoende is komen vast te staan dat tussen partijen niet of nauwelijks communicatie mogelijk is en een gezamenlijk ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden opgemaakt. Verder is de rechtbank van oordeel dat in dit geval voldoende is komen vast te staan dat verzoekende partij heeft voldaan aan haar verplichting om de ontwikkeling van de banden tussen de minderjarigen en de man te bevorderen en voldoende gemotiveerd heeft aangegeven dat van haar overlegging van een eenzijdig ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Het belang van de minderjarigen wordt hierdoor thans niet geschaad.
Rechtspraak.nl – LJN: BM6377