De vrouw verzoekt in een echtscheidingsprocedure kinderalimentatie voor haar zoon. De man is de biologische vader van het kind. Hij is geen verwekker, maar donor. De vrouw had op dat moment een relatie met een andere vrouw, met wie zij een geregistreerd partnerschap is aangegaan. De man had sporadisch contact met het kind. Na beëindiging van de relatie van de vrouw met haar partner zijn partijen gehuwd. Dit huwelijk strandt na enkele jaren. Een rechtstreekse aanspraak op kinderalimentatie kan niet worden ontleend aan artikel 1:394 BW. Onder omstandigheden is een uitbreiding van de kring van onderhoudsplichtigen mogelijk. Indien tussen het kind en de biologische vader een als familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 EVRM aan te merken betrekking bestaat, kan de regel van artikel 1:394 BW worden doorbroken voor zover artikel 8 dat eist. De rechtbank ziet aanleiding ook in deze zaak een onderhoudsplicht van de man aan te nemen. De ex-partner van de vrouw heeft geen onderhoudsplicht jegens het kind. De man was evenmin onderhoudsplichtig als donor. Door de samenwoning en het huwelijk van de man met de vrouw is een nieuwe situatie ontstaan. De man is biologische ouder met family life en stiefouder geworden. De man heeft feitelijk gedurende langere tijd een deel van de zorg, waaronder de financiële zorg, voor het kind op zich genomen. Aldus is hij een verplichting aangegaan die in de gegeven omstandigheden niet eindigt door het eindigen van het huwelijk. Verwezen wordt naar twee passages uit de Memorie van Toelichting bij wetsvoorstel 33 032. Voor zover partijen afspraken op papier hebben gesteld, is een overeenkomst waarbij de onderhoudsplicht van de man opzij gezet wordt nietig, ook als de onderhoudsplicht is gebaseerd op artikel 8 EVRM. Vervolgens wordt ingegaan op de behoefte en de draagkracht.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BX3557