Participant in het spelersfond van FC Emmen beroept zich onder meer op dwaling ex artikel 6:228 BW. De rechtbank neemt op grond van verschillende feiten aan dat inderdaad sprake is van dwaling: de directeur van FC Emmen heeft persoonlijk tegenover de participant een rooskleurig beeld geschetst van de mogelijkheden van de participatie en niet gewezen op enig risico. Dat hiermee een verkeerd beeld is geschetst blijkt uit onder meer latere e-mailcorrespondentie tussen de participant en degene die was ingeschakeld om FC Emmen financieel weer op de rails te krijgen.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BZ2581