Zo spoedig mogelijk, zo slim mogelijk, zo simpel mogelijk. ZSM staat voor een versnelde afhandeling van strafzaken. Het is het paradepaardje van het Openbaar Ministerie. De bedoeling is dat het wordt ingezet bij eenvoudige misdrijven. Als een verdachte wordt aangehouden wordt er binnen 6 uur een beslissing genomen over het afdoeningstraject Dat wil zeggen binnen zes uur betaal je een boete of sta je papier te prikken in het park en zit je straf er op.

Waarom?
Men zegt dat de maatschappij dit eist. Er wordt te laag gestraft en strafrechtprocedures laten veel te lang op zich wachten. Er dient een directere lik – op – stuk aanpak te komen. Slachtoffers moeten te lang wachten op een vorm van vergelding en genoegdoening.

Dat het vaak lang duurt, kan ik niet ontkennen. Mijn dossierkast ligt vol met zaken uit 2012. Iemand die in juni 2012 aangifte doet van bijvoorbeeld diefstal, en er wordt een verdachte aangehouden, moet niet denken dat de zaak nog in 2015 voor de rechter komt.

Er komen ruim 22.000 strafzaken per jaar binnen bij het Openbaar Ministerie Noord Nederland. Al die zaken moeten worden beoordeeld en meer dan helft wordt voor de rechter gebracht. Met dit soort cijfers is het onmogelijk om een snel proces te verwachten. Ik kan mij dan ook wel vinden in een versneld strafproces. Maar dat mag nooit ten koste gaan van de wettelijke waarborgen voor verdachten, mijn cliënten.

Als iemand als verdachte wordt aangehouden heeft hij het recht een advocaat te spreken om zijn procespositie te bepalen. Van dit recht hoeft hij geen gebruik te maken. Daar wordt hij dan ook vaak op gewezen door de politie. Aan mijn cliënten wordt geregeld verteld dat een advocaat alleen maar veel geld kost en dat het lang kan duren voordat de advocaat er is. ‘In de tussentijd zijn we al lang klaar met het verhoor en zit jij alweer bij je vrouw op de bank!’Veel verdachten laten zich daar door overtuigen en zien af van rechtshulp van een advocaat. Ze denken sneller thuis te zijn als ze meewerken. Dat zal in het ZSM-traject niet anders zijn. Toch kan het ook daar, of juist daar, van groot belang zijn om met een advocaat de consequenties van een en ander te bespreken.

Als een verdachte in het ZSM model beslist akkoord te gaan met een directe afdoening wordt er niet door een rechter naar de zaak gekeken. De officier van justitie doet een strafvoorstel. Er vindt geen inhoudelijke behandeling plaats. Als je de straf accepteert wordt daarmee direct een strafblad gecreëerd (dit wordt er vaak niet bij verteld). Dat kan problemen opleveren bij het verkrijgen van een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) en de mogelijke toekomstplannen van de cliënt. De rol van de advocaat is vooralsnog zeer beperkt in het voorlopige ZSM model. Ik vind dat geen goede ontwikkeling. Consultatie van een advocaat zou verplicht moeten zijn. De voorgestelde regeling doet afbreuk aan de waarborgen die het strafproces aan een verdachte toekent.

Haastige spoed is zelden goed!